Some news items aren't translated yet.

 

Nieuws en wetenswaardigheden uit de media:

2022

De verleidelijke schoonheid van wilde orchideeën; laat ze staan!
Ook planten eten van twee walletjes

2020

Rijke nieuwe groeiplaats van Bleek bosvogeltje in Zuid-Limburg ontdekt
Art Vogel (1949-2020)
Patentanalyse werpt nieuw licht op handel in bedreigde soorten
Why orchids could be the future of mosquito repellants

2019

Ontwikkeling Harlekijn na langdurige droogte

2017

Nieuwe kijk op het aanpassingsvermogen van wilde planten

2016

Doelsoortsynchronisatie werpt vruchten af bij beheer Vliegenorchis
Aanpak hooikoortsplant ambrosia succesvol maar lange adem noodzakelijk
Orchideeën in natuurlijk beheerde terreinen van Zuidwolde
Nederlandse orchideeën binnenkort vogelvrij
Ontdekking: de duivelsorchidee
Populaties van de Vliegenorchis verder gedaald naar vijf
Wil de echte nachtorchis opstaan?

2015

Grote muggenorchis, grote zorgen
Nieuwe orchidee ontdekt in Nederland: Purperrode orchis
Onnodig veel orchideeën afgemaaid in bermen
Vroegst bloeiende Kleine keverorchis van Europa op Vlieland
Zeer zeldzame Vliegenorchis in twintig jaar sterk achteruit
Veenorchis ernstig bedreigd door aanleg Buitenring Parkstad
Begrazing en orchideeën gaan prima samen in Rotterdamse Haven
Nieuw! Kalender voor het beheren van orchideeënbiotopen
Orchideeën buiten natuurgebieden; catastrofe of succes?
Orchideeën tellen doe je in de winter!

2014

Goed jaar voor Bleke bosvogeltjes
Orchidee vernoemd naar Jane Goodall
Almere krijgt alsnog waarschuwing voor afmaaien orchideeën
Nieuwe orchidee voor Nederland ontdekt
Goed jaar voor Nederlandse orchideeën
Bosvogeltjes en Orchideeën; Niet alle bosvogeltjes vliegen
Record vroege bloei orchideeën Harlekijn en Mannetjesorchis
Wintergroene orchideeën; Deel 2; Bijenorchis en Vliegenorchis
Wintergroene orchideeën; Deel 1

2013

Nieuwkomer Nederlandse orchideeënflora houdt stand
Nieuwe App om hooikoortsplant ambrosia te herkennen en te melden
Honingorchis voorgoed uitgestorven op Schiermonnikoog?
Topjaar voor Groenknolorchis in de Grevelingen
Bruin zandoogjes en orchideeën in tijdelijke natuur
Nieuwe orchideeënsoort voor Buurserzand
Earliest flowering orchid 2012: Small beetle orchid on April 14

2012

PRESS RELEASE. New website Orchid Society Rotterdam
Website Orchid society Rotterdam held hostage
Leontine Borsato get's her own Orchid
50 Marsh Helleborine in Vlietlanden
New orchid species searches for name at Facebook
Rare flowers at Prince Bernhardhoeve accidentally mowed
World first: tweetjam with orchids
Last Dutch Brown Red Helleborine destroyed
Leidse Orchids to Orchilim
International Orchidhow Limburg
De Hoog orchids starts selling to the private sector

2011

Sir Elton John honored with namesake Orchid at Marina Bay Sands Singapore
An originally North American orchid surfaced in Twente
Rijkswaterstaat moves rare flower
Bruinrode wespenorchis toch nog in Nederland
Groenknolorchis: zeldzaamheid in veelvoud
Extremely rare Lizard Orchid found in Kumtich
Rare Bee Orchid found in Lauwersmeer area

2010

Orchidee duikt op in Spijkenisser balkonpot
Repotting the Tiger Orchid
The Swedish Ambassador to the Netherlands, Hans Magnusson, will have its own orchid
Rare orchid found in Limburg
Police on petal patrol to protect UK's rarest wild flower

 

We receive many of our news items via the newsletter from

20,000 lovers of nature already receive it
FREE nature news by email from Nature Today!
Top biologists like to share their knowledge.
Also sign up

 

 

13 juni 2022
Bron Floron

De verleidelijke schoonheid van wilde orchideeën; laat ze staan!

Overal in Nederland kun je nu orchideeën zien bloeien. Ze zijn te bewonderen in natuurgebieden en in goed beheerde bermen en langs sloten. De bloeitijd van orchideeën is een feest voor natuurliefhebbers. Maar argeloze wildplukkers en heuse orchideeënstropers kunnen de bloemen niet met rust laten. Veel planten worden geplukt of uitgegraven. Bescherm de orchidee en laat haar staan.

In Nederland komen ruim veertig soorten orchideeën voor. De meeste zijn zeldzaam tot zeer zeldzaam, en sommige vrij algemeen. Ze zijn echter allemaal kwetsbaar. De meeste orchideeënsoorten laten een (sterke) achtergang zien of zijn zelfs al bijna uitgestorven in ons land. De kwetsbaarheid van orchideeën kan verklaard worden door de hoge eisen die zij stellen aan hun groeiplaats. Ook hebben ze een langzame groeicyclus: de ontwikkeling van zaadje tot de eerste bloei kan jaren duren. Landinrichting, bemesting, ontwatering en verkeerd beheer (bijvoorbeeld maaien voor de bloeitijd) zijn belangrijke oorzaken van de achteruitgang van de orchideeën in Nederland. Een andere veelvoorkomende bedreiging is het uitsteken of het plukken van orchideeën.

 

“Deze wil ik ook in mijn tuin”

De fraaie verschijning van orchideeën is welbekend, maar de planten betalen daarvoor een hoge prijs. In heel Nederland zijn genoeg voorbeelden te vinden van verdwenen orchideeën; uitgegraven met een tuinschepje, of afgesneden met een keukenmesje of snoeischaar. Worden mensen op heterdaad betrapt door een boswachter, dan volgt een stevig gesprek en doorgaans een flinke boete.


De bloemen van Soldaatje lijken net poppetjes.
Deze orchidee groeit op nog maar enkele plekken in Nederland (Bron: Theo Muusse)

Wordt er gevraagd naar de motivatie, dan blijkt dat mensen een mooi bosje bloemen plukken voor op de keukentafel. Ze zijn zich helemaal niet bewust van de gevolgen en strafbaarheid van het uitgraven en plukken van orchideeën. Sommigen herkennen orchideeën helemaal niet als zodanig, maar vinden simpelweg de bloemen zo mooi. Andere mensen graven orchideeën uit en planten ze in hun tuin. Dit gaat echter zelden goed, omdat orchideeën zeer hoge eisen aan hun omgeving stellen. Tuinen voldoen niet aan deze eisen, met als gevolg dat de gestroopte orchideeën snel afsterven en er voor niets een kwetsbare populatie orchideeën is beschadigd of zelfs verdwenen.

“Mijn verzameling is nog niet compleet”


Bijenorchis is één van de weinige orchideeën die het relatief goed doet in Nederland, maar wordt helaas nog veel te vaak gestroopt (Bron: Theo Muusse)

Een ander slag 'verzamelaars' is de zogenaamde soortenjager. Enkele fanatiekelingen hebben veel over voor dé foto of het compleet maken van hun herbarium. Het komt voor dat de planten rondom een orchidee helemaal platgetrapt of weggeplukt worden voor het perfecte plaatje. Of dat een orchidee verdwijnt, gedroogd tussen kranten in een privéherbarium. Dit is natuurlijk niet de bedoeling. Veel orchideeën groeien op (semi-)openbare plekken; je kunt ze gewoon tegenkomen tijdens je wandeling in natuurgebieden, al dan niet met een verrekijker vanaf het wandelpad. Daarom worden de precieze locaties opzettelijk vaag gehouden door boswachters en op websites zoals de Verspreidingsatlas en Waarneming.nl. Dit om stroperij en plukken te voorkomen. Desondanks lukt het enkele fanatici toch om achter de exacte vindplaatsen te komen, met stroperij tot gevolg.

 


Interactie tussen orchidee en insect: een mier is naar de bloem van deze Moeraswespenorchis gelokt en draagt zo bij aan de voortplanting van deze orchideeënsoort (Bron: Theo Muusse)

Orchideeën zijn het beschermen waard

Orchideeën zijn de kers op de taart in de Nederlandse natuur. Hier moeten we trots op zijn en extra van genieten. Ook veel insecten hebben een bijzondere band met orchideeën, zoals je kunt lezen in het PLANTEN-artikel (pdf; 150 KB).

Boswachters letten in deze periode extra op de orchideeën in hun natuurgebieden, maar kunnen natuurlijk niet overal tegelijkertijd zijn. Ziet u andere mensen orchideeën plukken? Spreek ze vooral aan en leg ze uit waarom het niet de bedoeling is dat ze orchideeën mee naar huis nemen. De meeste mensen plukken orchideeën uit onwetendheid, en niet uit kwade wil.

Laat orchideeën dus altijd staan. Zo kunnen we blijven genieten van deze bijzondere planten en kunnen kwetsbare en bijzondere populaties zich verder ontwikkelen.

 

Tip: bewonder onze orchideeën samen met de boswachter

Bij Staatsbosbeheer kan je met een boswachter op pad en meedwalen door zeeën van orchideeën, zoals Rietorchis, Moeraswespenorchis, Bijenorchis, en andere bijzondere planten, zoals Addertong en Grote ratelaar. Door heel Nederland kan je mee met orchideeënexcursies.

Tekst: Leonie Tijsma & Baudewijn Odé, FLORON
Foto's: Niels Jeurink (leadfoto: Moeraswespenorchis); Theo Muusse, Staatsbosbeheer

 

Nog een tip van Orchideeënkring Groot Rotterdam

Zoals in het artikel hierboven al geschreven, is de kans dat een wilde orchidee het in je tuin overleeft vrijwel nihil. Maar gelukkig voor ons orchideeënliefhebbers, zijn er steeds meer mogelijkheden om toch van orchideeën in je eigen tuin te kunnen genieten. Er zijn sinds enige jaren verschillende orchideeënkwekers die zogenoemde grond- of tuinorchideeën kweken en veredelen. Door deze veredeling kunnen ze in tegenstelling tot wilde orchideeën wel gewoon in je tuin geplant worden. Judith Prins is een van de kwekers die direct aan particulieren verkoopt. Maar ook bij de betere tuincentra vind je steeds vaker grondorchideeën.

 

 

26 maart 2022
Bron Naturalis Biodiversity Center

Ook planten eten van twee walletjes

Tweehartenorchis is een orchidee die vrij algemeen is op de Canarische Eilanden. De soort bloeit vroeg in het jaar, een tijd waarin nog niet veel insecten rondvliegen om de orchidee te bestuiven. Toch toont de soort een hoge vruchtproductie, een teken van succesvolle bestuivingen. Onderzoek door Jean Claessens, verbonden aan Naturalis Biodiversity Center, onthult hoe dat kan.

De Nederlandse naam van Gennaria diphylla, Tweehartenorchis, is goed gekozen, want de soort is direct herkenbaar aan de twee hartvormige bladeren. De toevoeging 'diphylla' in de naam geeft aan dat de plant (gewoonlijk) twee bladeren heeft. De soort is zeldzaam in Portugal, Spanje, Frankrijk en Italië, maar vrij algemeen op Madeira en de Canarische Eilanden. De planten zijn geheel groen, met veel kleine, klokvormig geopende, naar één kant gerichte bloemetjes.

Tegen de schemering

Over de bestuiving van deze soort was zo goed als niets bekend. Vanwege de hoge productie van vruchten, de zogenaamde vruchtzetting, werd aangenomen dat de soort zelfbestuivend was. Oftewel, dat het stuifmeel op de stempel terecht komt van dezelfde plant. Tweehartenorchis bloeit vroeg in het jaar, als er nog maar mondjesmaat insecten rondvliegen. Daardoor veronderstelde men dat er dus ook geen kruisbestuiving plaats kan vinden. Tussen 2016 en 2020 onderzocht orchideeënexpert Jean Claessens groeiplaatsen van de soort op Madeira en de Canarische Eilanden, om die veronderstelling onder de loep te nemen.


Tweehartenorchis heeft twee hartvormige, tegenoverstaande bladeren en kleine, klokvormig geopende bloemen (Bron: Jean Claessens)

Observaties overdag leverden niets op, en hij besloot om te onderzoeken of de plant soms door nachtvlinders bestoven werd. Eerder onderzoek naar de bestuiving van een andere, eveneens groene Canarische orchidee, Habenaria tridactylites, toonde aan dat deze bestoven werd door nachtvlinders. Gedurende een flink aantal dagen werden de groeiplaatsen tegen de schemering bezocht en gedurende een aantal uren geobserveerd. Jean vertelt: “Dat was geen gemakkelijke klus, want er moest flink geklauterd worden over lavapaden om de planten te bereiken. Vooral het terugkeren in het pikkedonker was geen echt genoegen, maar de inspanningen leverden wel wat op.”


Bij het linkse bloemetje is het stuifmeelklompje op de stempel gevallen (zelfbestuiving).
Bij het rechtse bloemetje zitten brokstukken van stuifmeel op de stempel, terwijl de eigen stuifmeelklompjes nog in het helmhokje zitten.
Hier is dus een bestuiver aan het werk geweest. Voor de foto zijn de bloembladeren verwijderd (Bron: Jean Claessens)

Risicospreiding

Uit het onderzoek bleek inderdaad dat de orchidee zelfbestuivend is, maar dat insecten, met name kleine nachtvlinders, ook een belangrijke rol spelen bij de bestuiving. Door het risico te verdelen over twee bestuivingsmethodes wordt de orchidee goed bestoven, zelfs in een insectenarme periode. Meer orchideeën maken gebruik van deze strategie: de in Nederland voorkomende Moeraswespenorchis (Epipactis palustris) wordt door insecten bestoven, maar als dat bezoek door bijvoorbeeld slechte weersomstandigheden uitblijft, kan deze soort zich alsnog zelf bestuiven. En ook bij de zeldzame, in België voorkomende, Witte muggenorchis (Pseudorchis albida) zien we zowel zelfbestuiving als kruisbestuiving.


Een Grasmot, een regelmatige bestuiver van Tweehartenorchis.
Aan zijn tong kleven de pollenpakketjes (Bron: Jean Claessens)

“Ook andere bloemplanten kunnen van bestuivingsstrategie wisselen indien de omstandigheden daar om vragen”, weet Claessens. “Gewoon speenkruid gaat over op zelfbestuiving als er geen insectenbezoek heeft plaatsgevonden. Andere bekende planten die dezelfde strategie hanteren zijn Hazenpootje, Gewoon barbarakruid, Gewone dophei en Grasklokje.” De studie laat zien dat aanvullend onderzoek waardevol is. Claessens: “Gelukkig zijn planten in staat om zich aan te passen aan het uitblijven van insectenbezoek, een hoopgevende gedachte in deze tijd van insectensterfte.”

Meer informatie

Artikel Pollination strategy of Gennaria diphylla (Orchidaceae) on the Canary Islands and on Madeira
Tekst: Jean Claessens, Naturalis Biodiversity Center
Foto’s: Jean Claessens

 

 

16 mei 2020
Bron Naturalis Biodiversity Center

Rijke nieuwe groeiplaats van Bleek bosvogeltje in Zuid-Limburg ontdekt

Begin mei ontdekte Frank Verhart in Zuid-Limburg een bijzondere orchidee. Hij vond het zeldzame Bleek bosvogeltje op een tot nog toe onbekende plek. De eerste planten zag hij vanaf de wegkant in een jong bosje. Het waren twee nog niet bloeiende exemplaren. Toen hij wat dieper in het bosje keek zag hij héél veel Bleke bosvogeltjes!

Nederlandse bosvogeltjes

Bleek bosvogeltje (Cephalanthera damasonium) heeft in tegenstelling tot Rood en Wit bosvogeltje definitief vaste voet aan de grond in Nederland, maar uiterst zeldzaam is het wel. De Rode lijst vermeldt het met de status ‘kwetsbaar’. Van oudsher is deze soort alleen bekend van Zuid-Limburg, hoewel enkele jaren geleden een vrij groot aantal planten in Zeeuws-Vlaanderen is gevonden. Rood bosvogeltje is sinds lange tijd verdwenen in Zuid-Limburg. Wit bosvogeltje is nog op twee plaatsen met zeer weinig planten aanwezig.


De vindplaats (Bron: Karel Kreutz)

Stand van zaken

Bleek bosvogeltje is en was in Zuid-Limburg altijd al zeer zeldzaam. De rijkste groeiplaats lag vroeger bij Wijlre. Na jaren van geringe aantallen exemplaren neemt de soort daar weer in aantal toe. In andere delen van Zuid-Limburg is Bleek bosvogeltje zeer zeldzaam en bestaan de populaties meestal uit enkele tot een twintigtal planten. Even leek het erop dat de soort uit Zuid-Limburg zou verdwijnen, maar inmiddels herstelt zij zich.

Ontdekking

Mede geïnspireerd door een recent artikel in het Natuurhistorisch Maandblad over de stand van zaken over Bosvogeltjes in Zuid-Limburg (Claessens et al.) probeerde Frank Verhart één van de groeiplaatsen in het Limburgs krijtland op te sporen. Lang hoefde hij vanuit het Gulpdal niet te zoeken, voordat hij deze bijzondere orchidee op een andere, nieuwe, plek zag. In een jong hakhoutbosje met vooral Boswilg (Salix caprea) en Hazelaar (Coryllus avelana) werden honderden exemplaren van het zeldzame Bleek bosvogeltje aangetroffen, naast de landelijk algemeen voorkomende Brede wespenorchis (Epipactis helleborine).

Tellen van de planten leverde een resultaat op van niet minder dan 536 exemplaren, die zich in het bosje verscholen hielden. Een dergelijk groot aantal planten is in Nederland de laatste 35 jaar niet meer op één plaats gevonden. Uit de inventarisatie van Claessens et al. kwam naar voren dat de 19 bekende plekken in Zuid-Limburg in totaal enige honderden Bleke bosvogeltjes tellen. Daarmee omvat de nieuwe groeiplaats niet minder dan tweederde van de Limburgse en de helft van de in Nederland voorkomende planten. Een prachtig voorbeeld van hoe aanplant en beheer van natuurlijk bos zijn vruchten afwerpt en stevig bijdraagt aan de instandhouding van kritische planten.

Brede wespenorchis (Bron: Karel Kreutz) Soldaatje (Bron: Karel Kreutz)

 

Toekomst

Het gebied waarin de planten voorkomen lijkt sterk op op de groeiplaats bij Eys. Ook daar groeien de planten in de bosrand, waarbij de voormalige akker nu als kalkgrasland beheerd wordt. Bij Gulpen is de situatie vergelijkbaar, alleen heeft de aangrenzende akker nog een agrarische bestemming. Aan de rand van deze akker staan tientallen exemplaren van Brede wespenorchis, daarnaast iets verderop een zestigtal prachtige planten van Soldaatje, voorheen slechts zeer incidenteel in het Geul- en Gulpdal aangetroffen.

Bijzondere betekenis


Bleek bosvogeltje (Bron: Frank Verhart)

Voor Frank Verhart heeft Bleek bosvogeltje – en in het bijzonder ook de vondst van deze omvangrijke populatie in Zuid-Limburg – een persoonlijke betekenis. De interesse van zijn vader Max in wilde orchideeën vormde een basis voor zijn passie voor deze plantenfamilie. Max was ook dichter en schrijver. In 1985 schreef hij een roman met de titel Bleek bosvogeltje. Het boek verhaalt over de geslaagde Amsterdamse reclameman Sake, die zich enige dagen afzondert in de heuvels van Zuid-Limburg, waar hij onder meer op zoek gaat naar het zeldzame Bleek bosvogeltje. Die vindt hij ook, op een bekende plek bij Wijlre. Max en Sake zullen opgetogen zijn over de bijzondere nieuwe vondst.

Voor meer informatie en alle wetenswaardigheden over onze wilde orchideeën, zie De orchideeën van de Benelux van Karel Kreutz (Kreutz Publishers, 2019).

Tekst: Frank Verhart, Werkgroep Europese Orchideeën & Karel Kreutz, Naturalis Biodiversity Center
Foto's: Frank Verhart; Karel Kreutz

 

 

 

26 maart 2020

Art Vogel (1949-2020)

 

Ons bereikte het droeve bericht dat Art Vogel op 26 maart 2020 is overleden. We verliezen met hem een vriendelijke goedlachse man en zeer goede verhalen verteller. Hij was beroemd om zijn enorme kennis over de natuur, wat zich niet beperkte tot alleen maar orchideeën en heeft meerdere planten ontdekkingen op zijn naam staan. Enkele van zijn ontdekkingen zijn zelfs naar hem en zijn vrouw vernoemd.

We wensen zijn familie veel sterkte toe.


Art vogel was ook aktief op facebook en het verlies is ook daar hard aangekomen.

 

In het kringblad van de Nederlandse Orchideeën Vereniging nummer 4 uit 2019 heeft hij nog een uitgebreid interview gegeven. Het hele interview is hier te lezen en is zeer zeker het lezen waard.

 

 

Maar ook in de Volkskrant heeft in Juli 2019 nog een interview van hem gestaan, een klein stukje uit dat interview vind je hier onder:

In de afgelegen wouden van Azië en Zuid-Amerika bloeien planten die geen mens nog zag. Hortulanus Art Vogel blikt terug op een tijd dat je ze nog gewoon kon gaan halen.

Maarten Keulemans12 juli 2019, 15:00

Opeens zat hij aan tafel met een lijk. Hij was met zijn team in Papoea-Nieuw-Guinea, en om toestemming te krijgen om de planten ter plaatse te verkennen, werden de stamoudsten bij elkaar gehaald. Oók het stammenhoofd dat niet meer leefde.

‘Ze hadden in die streek de gewoonte hun doden te conserveren door ze zo te roken’, vertelt Art Vogel, en hij trekt zijn knieën en armen op om de houding te imiteren. ‘En dus werd ook deze leider met eerbied aan tafel gezet. Hij was wel een beetje stil.’

Art Vogel (69), hortulanus in ruste. Zo’n veertig jaar achtereen reisde hij de wereld af, op zoek naar planten die de wetenschap nog niet kent. Eerst enkele keren naar Midden- en Zuid-Amerika, voor de botanische tuin van de Vrije Universiteit Amsterdam. En vanaf 1990, een keer of acht naar de afgelegen gebieden van Borneo en Nieuw-Guinea, in dienst van de hortus botanicus in Leiden.

Niet slecht, voor een man die als kind nog van school werd geschopt wegens onhandelbaarheid en daarna weinig noemenswaardige scholing genoot. Ging-ie in de bloemen werken: dahlia’s. En daarna als medewerker van de hortus. Waar hij, om het cliché maar eens te gebruiken, tot bloei kwam.

Lees de rest van het interview in de Volkskrant

 

7 maart 2020

Patentanalyse werpt nieuw licht op handel in bedreigde soorten

Bron:
Bericht uitgegeven door Naturalis Biodiversity Center

De handel in wilde dieren en planten vormt een gevaar voor het voortbestaan van veel bedreigde soorten. Aan de ene kant proberen natuurbeschermers kwetsbare soorten te behoeden voor uitsterven. Tegelijkertijd verdienen handelaren steeds meer geld aan (delen van) wilde dieren en planten. Patentanalyse blijkt een nieuwe methode om de kenniskloof tussen natuurbescherming en commercie te overbruggen.

Onderzoekers van onder andere Naturalis Biodiversity Center hebben zich in het papierwerk van patenten verdiept om een methode te ontwikkelen waarmee de wereldwijde handel in wilde planten en dieren beter in kaart gebracht wordt. Met behulp van hun analyses kwamen vele tot nog toe onbekende moderne toepassingen van wilde planten en dieren aan het licht.

Kenniskloof overbruggen

Met deze methode hebben de onderzoekers een nieuw hulpmiddel ontwikkeld om de huidige kenniskloof te overbruggen tussen natuurbeschermers en handelaren in wilde dieren en planten. De eerste groep heeft vaak alleen weet van traditioneel gebruik. De laatste groep weet niet altijd dat soorten met uitsterven bedreigd worden. Ongeveer de helft van de patenten beschrijft namelijk het gebruik van wilde soorten die niet in het land van de aanvraag van het patent voorkomen.

Onverwacht gebruik

Om de handel in wilde dieren en planten te reguleren is er al een internationale overeenkomst, de ‘Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora’ (CITES). Dit verdrag ontfermt zich over de handel in circa 36 duizend wilde dieren- en plantensoorten die wereldwijd met uitsterven bedreigd worden. De meerderheid van de plantensoorten in het CITES-verdrag, zo’n 80 procent, bestaat uit orchideeën. De onderzoekers hebben zich op deze plantenfamilie geconcentreerd en dan met name op de zogenaamde salep soorten. Deze orchideeën worden traditioneel gebruikt voor de productie van koffie en ijs. Patentanalyse onthulde echter veel nieuwe toepassingen zoals het gebruik van stoffen uit deze planten in explosieven, olieboorvloeistof en coatings.


Soldaatje (Bron: Rogier van Vugt)

Waardevolle informatiebron

De onderzoekers raden natuurbeschermers aan om patenten te analyseren om nieuwe toepassingen van bedreigde wilde dieren en planten op het spoor te komen. Naast orchideeën duiken ook andere wilde soorten in toenemende mate in patenten op. In patenten voor nieuwe cosmeticaproducten worden bijvoorbeeld schubdieren en zeepaardjes als ingrediënt genoemd. Meer kennis over modern gebruik van deze kwetsbare soorten kan helpen voorkomen dat deze dieren in het wild uitsterven.

 

Meer informatie:

Artikel Patent analysis as a novel method for exploring commercial interest in wild harvested species, verschenen in Biological Conservation.
Tekst: Amy van Nobelen, Naturalis Biodiversity Center
Foto’s: Natuurwijzer, Naturalis Biodiversity Center; Rogier van Vugt

 

23 January 2020

Why orchids could be the future of mosquito repellants

Bron:
Bericht uitgegeven door newatlas.com


An Aedes mosquito feeding on Platanthera orchid nectar. (Those are pollen sacs on its eyes) Picture by Kiley Riffell

Mosquitoes are infamous for their apparent predilection for blood: notably, from a human perspective, human blood. In many parts of the world this brings with it the unwelcome possibility of the transmission of disease.

Trivia buffs may also know that it’s only female mosquitoes that feed on blood. Perhaps less well known, though well-understood in the science community, is that females only consume blood for a few days of their lives. The rest of the time they feed on flower nectar, which also happens to be the sole source of food for male mosquitoes.

New research shows just how potent the allure of flowers can be to mosquitoes, as well as, interestingly, a deterrent. The findings hint at the possibility that more effective, less toxic mosquito traps and repellents could one day be made, based on chemicals in flowers to which mosquitoes are attracted or averse.

The team looked more deeply into mosquitoes from the genus Aedes, and their attraction to Platanthera obtusata, commonly called the blunt-leaf orchid. The mosquitoes’ preference for the orchid had already been observed, but by covering the orchids with canvas bags, the researchers demonstrated that it was the orchid’s scent that proved irresistible. This prompted the researchers to set about recreating the scent in the lab, which is where things get interesting.


Even through canvas bags, the mosquitoes were attracted to the orchids in question Picture by Kiley Riffell

“We often describe scent as if it’s one thing – like the scent of a flower, or the scent of a person,” supervising author Jeffrey Riffell says in a University of Washington press release. “Scent is actually a complex combination of chemicals – the scent of a rose consists of more than 300 – and mosquitoes can detect the individual types of chemicals that make up a scent.”

The team used gas chromatography and mass spectroscopy to identify the chemicals present, finding two in particular which stood out as different from similar orchids to which the mosquitoes in question aren’t attracted. The compound nonanal, or nonanaldehyde, was more prevalent; while the compound lilac aldehyde was less prevalent.

By measuring electrical activity in mosquito antennae, the researchers could see that several species of mosquitoes respond to these compounds, and not only those native to the high-altitude climates in the Northern Hemisphere where blunt-leaf orchids occur. This was despite those species having diverged over 100 million years ago. The scent proved attractive to both females and males.

The mosquitoes preferred the compounds to appear in the same ration present in the orchid. Interestingly, with no lilac aldehyde, they became less keen. However, with more lilac aldehyde than occurs naturally, the mosquitoes were sometimes repelled by the scent.

This makes sense, since there’s more lilac aldehyde in other Platanthera orchid species to which mosquitoes aren’t attracted.

Examining the brain activity of Aedes increpitus and genetically-modified Aedes aegypti mosquitoes, the researchers could see that nonanal and lilac aldehyde stimulate competing parts of the brain, with activity in the one capable of suppressing activity in the other. It seems to be the precise ratio of these compounds, and hence the nature of this chatter across the brain, that makes one orchid compelling and another repellent.

This raises the compelling prospect of improved human-made repellents and traps based on the chemical makeup of orchid scents. But it’s too early to say that for sure. “Lilac aldehyde could be a potential repellent,” Riffell tells New Atlas, “but this needs to be verified in future experiments, both in the laboratory and the field.”

The team is going on to research other sources of sugar attractive to mosquitoes that may one day prove useful in developing traps that could fight the spread of disease.

The research team comprises members of the University of Washington, Virginia Tech, and UC San Diego. Its lead author is Chloé Lahondère. The research was recently published in the Proceedings of the National Academy of Sciences and is free to read online.

Sources: University of Washington, Proceedings of the National Academy of Sciences

 

4 juni 2019

Ontwikkeling Harlekijn na langdurige droogte

Bron:
Bericht uitgegeven door naturetoday.com

 

Drie grote groeiplaatsen van de orchidee Harlekijn in Zuidwest-Nederland lieten dit jaar een heel verschillende ontwikkeling zien. Dit heeft alles te maken met het verloop van de grondwaterstand. Extreme omstandigheden, zoals langdurige droogte, slaan op de ene plek keihard toe terwijl deze soort op de andere locatie juist toeneemt. Hoe komt dat?

 

Harlekijn is een tien tot twintig centimeter hoge orchidee die groeit op heischrale graslanden, duinranden en duinheiden langs de kust en in Zuid-Limburg. De bloemen zijn licht- tot donkerpaars (soms roze of wit) en zijn makkelijk te onderscheiden van andere paars/roze bloeiende orchideeën dankzij de horizontale groene nerven op de zijdelingse sepalen (twee bovenste kroonbladeren van de bloem). Harlekijn is een zeldzame soort die in Nederland een sterke achteruitgang liet zien. Deze afname is grotendeels te wijten aan de sterke intolerantie van de plant voor verdroging en verrijking van de bodem.

Onmiskenbaar Harlekijn met de groenige horizontale lijnen op de sepalen (Bron: Peter Meininger)

 

Harlekijnen van de Grevelingen en omgeving

De eerste drie bloeiende exemplaren van de Grevelingen werden in 1993 gevonden op het eiland de Hompelvoet, een voormalige zandplaat in de sinds 1971 afgesloten zeearm. Sindsdien heeft de populatie zich daar op spectaculaire wijze ontwikkeld. Dit voorjaar nam het aantal Harlekijnen toe van circa 75.000 in 2018 naar ruim 100.000 bloeiende planten nu, de grootste populatie in het Deltagebied. Wat dat betreft gaan de aantallen de andere zeldzame orchidee van de Hompelvoet, de Herfstschroeforchis, achterna. Deze passeerde vier jaar geleden de magische grens van 100.000 exemplaren.

Een andere groeiplaats van Harlekijn is te vinden in de (niet vrij toegankelijke!) berm op een deltadam. Ook hier is de soort met vallen en opstaan bezig aan een opmars. In 2018 werd een maximum bereikt van 3.300 bloeiende planten, maar dit voorjaar werden er in de schrale berm slechts 1.060 geteld. Deze enorme afname wordt geweten aan de droogte sinds de zomer van vorig jaar. Hierdoor is het grondwaterpeil diep gezakt en dit heeft zich nog lang niet hersteld naar het oude peil. Waarschijnlijk hebben veel Harlekijnen hier een flinke klap van gehad.

Een vergelijkbare situatie doet zich voor in de nabijgelegen Westhoofdvallei in de duinen van Goeree. Hier werden in 2018, na een recordnatte herfst en winter, zo’n 13.000 Harlekijnen geteld. In 2019 waren dit er amper 3.000.

Op de Hompelvoet is de situatie anders. Op de lage, goed doorlatende zandplaten in de Grevelingen kan het grondwater nooit veel dieper zakken dan het gemiddelde peil van het Grevelingenmeer. Wanneer er dan wat neerslag valt, stijgt het grondwaterpeil al vlug tot dicht bij het maaiveld. De geringe peilvariaties en een gemiddeld hoge grondwaterstand zijn belangrijke voorwaarden voor de aanwezigheid van veel orchideeën. Zodoende heeft de Harlekijn op de Hompelvoet minder vlug last van droogte dan op de andere groeiplaatsen. Niet dat de droogte hier helemaal onopgemerkt blijft: evenals op de dam waren de bloeiaren duidelijk kleiner dan in andere jaren.

 


Trendgrafieken van Harlekijn op de Hompelvoet en een deltadam (Bron: Kees de Kraker & FLORON)


Overlevingsstrategie

Na kieming duurt het drie tot acht jaar voordat de Harlekijn gaat bloeien. In die jaren investeert de plant in een sterk en gezond ondergronds wortelstelsel met knollen. Als dit proces voltooid is, zal de plant onder de juiste omstandigheden ergens tussen begin april en eind mei gaan bloeien. Wanneer de omstandigheden niet optimaal zijn, bijvoorbeeld bij gebrek aan vocht of onvoldoende voedingsstoffen, zal zich geen bloeistengel ontwikkelen en blijft de plant een jaar 'ondergronds'. Vaak verschijnt er later wel een bladrozet, zodat de plant in het winterhalfjaar voedingsstoffen kan verzamelen om in het jaar daarop onder gunstiger omstandigheden wel in bloei te komen.


Bijzondere vegetatie op de Hompelvoet, met Harlekijn en de eveneens zeldzame Gelobde maanvaren (Bron: Kees de Kraker)

 

Hoe nu verder?

Het ziet er naar uit dat veel Harlekijnen op de dam een jaartje 'ondergronds overzomeren'. Wanneer de grondwaterstand voortdurend laag blijft, kunnen de knollen verschrompelen en overleven de planten het op de lange duur niet. Maar daar hoeven we ons voorlopig geen zorgen over te maken: na zonneschijn komt er immers regen!

Op de Hompelvoet kan de populatie de komende jaren nog verder toenemen, al komt hier het einde van de groei in zicht. Door het langzaam dikker worden van de humuslaag en de alom aanwezige neerslag van voedingsstoffen uit de lucht, wordt de bodem geleidelijk voedselrijker en verschijnen er soorten die het onder schrale omstandigheden eerst niet goed deden, maar het nu steeds beter gaan doen. Daarbij gaat het om graslandplanten als Kruisdistel, Knoopkruid en Sint-Janskruid, die bossige ruigtes vormen. Ze worden door het vee vrijwel niet gegeten en door die hoge planten krijgen de rozetten van Harlekijn te weinig licht. Het is de verwachting dat de Harlekijn hierdoor op termijn weer gaat afnemen. Het blijft spannend om te volgen hoe dit precies gaat verlopen.

De bloeitijd is nu voorbij, en de bevruchte bloemen vormen de komende tijd zaad. Uiteraard worden de ontwikkelingen van de Harlekijnen goed in de gaten gehouden!

 

Tekst: Leonie Tijsma, FLORON, Kees de Kraker, Ecologisch adviesbureau Sandvicensis & Peter Meininger, FLORON district Zeeland
Foto's: Kees de Kraker; Peter Meininger
Grafieken: Kees de Kraker en FLORON

 

 

24 oktober 2017

Nieuwe kijk op het aanpassingsvermogen van wilde planten

Bron:
Bericht uitgegeven door naturetoday.com

 

Hoe passen planten zich aan onder druk van omstandigheden zoals droogte of hitte?
Een recente theorie kijkt naar de rol van moleculen óp het DNA. De tijd is nu rijp om die theorie te testen in een natuurlijke omgeving. Met de verworven inzichten wordt een nieuwe generatie onderzoekers opgeleid.

Het blijft verbazend: was de wereld eindelijk een beetje gewend aan het idee dat soorten zich via hun DNA geleidelijk aanpassen aan hun omgeving, komt er een theorie die zegt dat dat ook op korte termijn kan dankzij moleculen óp het DNA: epigenetica (epi = op/bij).

Die moleculen kunnen onder druk van factoren van buitenaf genen aan- en uitzetten. De aanpassingen die daaruit voortkomen zijn zelfs overerfbaar zonder dat de de DNA-sequentie verandert: een revolutionair idee, dat onder wetenschappers pas sinds een aantal jaar helemaal is ingeburgerd.


Koen Verhoeven (Bron: Perro de Jong)

Terrestrisch ecoloog Koen Verhoeven van het NIOO staat aan het hoofd van EpiDiverse, een nieuw Europees project dat nu de volgende stap moet gaan zetten in het bestuderen van epigenetische aanpassingen bij planten: erachter komen hoe belangrijk ze zijn voor het aanpassingsvermogen in een natuurlijke omgeving.

Europese populieren

Tot voor kort werd er alleen gekeken naar een klein aantal modelsoorten zoals met name de zandraket (Arabidopsis). Om een diversiteit aan soorten in het wild te kunnen bestuderen, was eerst meer goede genoominformatie nodig. "Anders blijft het krabben aan de oppervlakte", zegt Verhoeven.

Inmiddels is die genoominformatie beschikbaar. Eén van de soorten die de onderzoekers graag in het wild willen bestuderen is de populier. Die vind je overal in Europa, in natte én in droge gebieden. Daarom is hij uitermate geschikt om te kijken naar de invloed van droogte op het genereren van epigenetische variatie.


Zwarte populier (Populus nigra) (Bron: Pixabay)

Eén van de manieren waarop die variatie ontstaat was al bekend uit het zandraket-onderzoek. DNA-methylering, het bekendste epigenetische mechanisme, onderdrukt de activiteit van 'transposable elements': rondspringende genen die mutaties veroorzaken. Door factoren zoals droogte wordt die onderdrukking soms losgelaten. Maar wanneer?

Aseksuele voortplanting

De onderzoekers willen ook weten of epigenetica bij alle soorten een even belangrijke invloed heeft op het aanpassingvermogen. Zeer waarschijnlijk niet, zegt Koen Verhoeven. Zo zijn er aanwijzingen dat de manier van voortplanten, seksueel of aseksueel, uitmaakt voor de stabiliteit van epigenetische mechanismen door de generaties heen.

"Dat kunnen we gericht toetsen door ook aseksuele soorten erbij te nemen", zegt Verhoeven. Bij het selecteren van geschikte plantensoorten is het dan ook belangrijk dat de eigenschappen ervan onderling zoveel mogelijk verschillen. Maar het project heeft naast onderzoek ook nog een ander belangrijk doel: mensen trainen.

De Europese Unie, die EpiDiverse financiert, wil investeren in het opleiden van een cohort AIOs. Volgens Verhoeven is ook daarvoor de tijd nu rijp. "We kunnen voor bijna elke plantensoort gedetailleerd in het genoom kijken: wat gebeurt er met de expressie van genen, welke genen zijn betrokken bij aanpassingen? Maar de training van mensen die geïnteresseerd zijn in ecologie en het aanpassingvermogen van planten neemt die skills nog niet genoeg mee."

Geen barrières meer

Goeie moleculaire skills en goeie bioinformaticakennis: die combinatie is nodig om in de toekomst goed onderzoek te doen naar de aanpassing van planten aan klimaatverandering en andere milieu-omstandigheden, zegt Verhoeven. Toegespitst op het gebied van epigenetica werd zoiets nog niet aangeboden. "Dat gaan wij doen."

EpiDiverse is daarvoor nu eerst begonnen met het recruteren van AIOs. Er komen er 15, ondergebracht bij 12 universiteiten en onderzoeksinstituten verspreid over Europa: een uitgebreid netwerk. Daarin komt kennis over ecologie en moleculaire genetica samen met bioinformatica. "We leveren straks onderzoekers af voor wie er geen barrières meer zijn tussen die vakgebieden."

Tekst: NIOO-KNAW
Foto's: Ivar Leidus (leadfoto: bosaardbei); Perro de Jong; Pixabay

 


19 oktober 2016

Doelsoortsynchronisatie werpt vruchten af bij beheer Vliegenorchis

Bron:
Bericht uitgegeven door naturetoday.com

In 2011 startte Orchideeën in Nederland samen met Staatsbosbeheer en enkele vrijwiligers kleinschalig graslandbeheer waarbij doelsoortsynchronisatie werd toegepast. Het beheer begint nu zijn vruchten af te werpen.

Doelsoortsynchronisatie is een principe waarbij het beheer wordt afgestemd op de levenscyclus van één doelsoort of een groep soorten. Het klinkt logisch, beheermaatregelen afstemmen op de levenscyclus van soorten als de Vliegenorchis. Toch blijkt de praktijk weerbarstiger en worden soms zelfs contraproductieve beheermaatregelen uitgevoerd.


Vliegenorchis (Ophrys insectifera) komt zowel in grasland als hakhout voor. (Bron: Mark Meijrink)

Beheer werpt vruchten af voor de Vliegenorchis

Dit jaar werpt het beheer zelfs letterlijk haar vruchten af. 2016 bleek een relatief goed jaar te zijn voor de soort. In 2016 stonden er op veel plekken meer planten in bloei als tevoor. Veel van deze planten hadden ook vruchten/zaaddozen en zorgden voor nageslacht. Voor de Vliegenorchis is dat niet vanzelfsprekend. De soort moet namelijk mannelijke graafwespen lokken met feronomonen (lokstoffen). Aangekomen bij de plant zien de mannetjes een bloem aan voor een vrouwtje en proberen er mee te paren. Na enkele planten leren ze dat ze voor het lapje gehouden zijn en wanneer de echte vrouwtjes tevoorschijn komen is het feest over. In korte tijd moet de Vliegenorchis dus zorgen voor nageslacht, staat de plant in een te hoge vegetatie, bloeit de plant te vroeg, of zijn de graafwespen laat, dan bestaat de kans dat bevruchting mislukt.


Bij demografisch onderzoek worden planten nauwkeurig ingemeten vanuit vaste markeringen. Hierdoor kunnen individuele planten jaarlijks teruggevonden worden (Bron: Mark Meijrink)

Omdat onvoldoende bekend is over hoeveel planten er jaarlijks bloeien, hoe de leeftijdsopbouw is binnen een populatie en hoeveel planten bevrucht worden, is gedetailleerd onderzoek nodig. Mark Meijrink en Mark Engels zijn in 2016 samen met Science4Nature begonnen met een demografisch onderzoek naar de Vliegenorchis. Het onderzoek moet onder andere meer inzicht verschaffen in de levensloop van een Vliegenorchisplant en hoe de soort reageert op beheermaatregelen.

Tekst en foto's: Mark Meijrink, Orchideeën in Nederland

 

28 augustus 2016

Aanpak hooikoortsplant ambrosia succesvol maar lange adem noodzakelijk

Bron:
Bericht uitgegeven door naturetoday.com


Al eerder meldde we de opkomst van de Ambrosius en onze mogelijkheid tot hulp om deze uitheemse plant uit nederland te verwijderen. En de app waar je waarnemingen kan melden.

De hooikoortsplant en akkeronkruid alsemambrosia is sinds begin deze eeuw sterk toegenomen met hotspots in steden, natuur en agrarisch gebied. Uit een experiment met mechanische bestrijding in een akker blijkt dat het aantal zaden in de bodem terug te brengen is maar het kost vele jaren. Het aantal ambrosiazaden in zaadmengsels is door normering en controle sterk teruggebracht.

Aantal geregistreerde waarnemingen

Uit een analyse van alle waarnemingen van alsemambrosia in de periode 1975 tot en met 2015 blijkt dat de hooikoortsplant en akkeronkruid sinds het begin van deze eeuw sterk is toegenomen, hoewel de soort de laatste twee jaar weer minder vaak gevonden wordt (zie onderstaande figuur). Op een groot aantal plaatsen heeft de plant zich gevestigd en komt hij tot zaadzetting. De hotspots liggen momenteel in stedelijke omgeving, maar ten dele ook in natuurgebied of agrarisch gebied. In vijf procent van de plaatsen waar hij wordt aangetroffen staan meer dan 50 planten. Het merendeel van de meldingen heeft echter betrekking op enkele exemplaren of kleine aantallen planten in particuliere tuinen. De onderzoekers roepen het Nederlandse publiek op om waarnemingen van ambrosiaplanten te melden (liefst met foto). De melding kan op diverse manieren doorgegeven worden: via Natuurkalender.nl (geef melding anoniem door of met Nature Today account. Kies hierbij binnen de groep Ambrosia voor alsemambrosia, zandambrosia of ambrosia soort onbekend), via Waarneming.nl of via de iPhone app Ambrosia Melder of de Android app Ambrosia alert.

Aantal kilometerhokken per jaar waarin Alsemambrosia is waargenomen in de periode 1975 t/m 2015 (Bron: NDFF, FloravanNederland.nl, De Natuurkalender Wageningen UR, Waarneming.nl.)


Groot aantal ambrosiaplanten in een berm in het centrum van Wageningen waar ze inmiddels al tien achtereenvolgende jaren gezien worden. (Bron: Arnold van Vliet)

 

Mechanische bestrijding ambrosia succesvol

Een volwassen plant kan tot 1,6 miljard pollen produceren. Aangezien het pollen sterk allergeen is en hooikoortsklachten kan veroorzaken is het verstandig de plant al voor de bloei te verwijderen. Een enkele plant kan tot vierduizend zaden produceren die veertig jaar kiemkrachtig kunnen blijven. Uit onderzoek van de NVWA in samenwerking met Staatsbosbeheer blijkt dat het aantal alsemambrosia planten en de zaadbank in de bodem te verkleinen is met mechanische middelen en zonder bestrijdingsmiddelen. Het is echter een langdurig proces dat vele jaren volgehouden moet worden. Het onderzoek vindt plaats op een akker van Staatsbosbeheer in een natuurgebied in Bergeijk. Daar werd in 2010 een grote populatie alsemambrosia aangetroffen die er mogelijk als gevolg van een verontreinigd zaadmengsel voor een bloemrijke berm terecht waren gekomen. Sinds 2014 wordt er extra intensief mechanisch bestreden. Dit houdt in dat er extra geschoffeld wordt en na de oogst wordt de grond tot de vorst invalt twee tot drie keer extra geëgd. Daarnaast worden de akkerranden gemaaid en het maaisel afgevoerd. Een à twee keer per jaar worden de planten die niet weggemaaid zijn handmatig verwijderd. Uit jaarlijkse tellingen van het aantal zaden in de bodem blijkt dat de zaadvoorraad duidelijk afneemt maar dat het langzaam gaat en er dus een lange adem nodig is om alsemambrosia terug te dringen.


Hotspots van Alsemambrosia in Nederland op basis van aantal jaren met waarnemingen in de periode 1975 t/m 2015 (Bron: NDFF, De Natuurkalender Wageningen UR, Waarneming.nl, NVWA Ambrosia-App)

Sterke afname in aantal ambrosiazaden

Aangezien het beheer moeizaam is wordt er op Europese schaal geprobeerd om een belangrijke bron van verspreiding sterk in te perken. In 2012 is afgesproken dat zaadmengsels voor buitenvogels niet meer dan 50 milligram ambrosiazaden per kilogram mogen bevatten. Dit komt neer op 15 tot 30 zaden per kilo. Als onderdeel van het Nationaal Plan Diervoeders van de NVWA vindt monitoring plaats naar de aanwezigheid van ambrosia in strooivoeders voor buitenvogels. Hiervoor laat de NVWA het RIKILT (Wageningen UR) jaarlijks onderzoeken hoeveel ambrosiazaden er in zaadmengsels zitten die op de Nederlandse markt verkocht worden. In 2012 bleek dat 27 procent van de zaadmengsels boven de norm zat (zie onderstaande figuur). In de jaren daarna liep dat sterk terug. In 2015 bleek slechts nog maar 2 procent van de mengsels boven de norm te zitten. Ondanks dat maar een zeer klein deel boven de norm zat in 2015 werden wel in 19 procent van de zaadmengsels  ambrosiazaden aangetroffen. Dat was in 2012 nog 45 procent. Het risico op het verspreiden van ambrosiazaden via zaadmengsels is dus sterk verkleind maar zeker nog niet helemaal weggenomen. Het blijft dus belangrijk om alert te zijn op het opkomen van ambrosia bij gebruik van vogelvoer in de buitenlucht.


Percentage van bemonsterde zaadmengsels boven de norm van 50 mg/kg en het percentage mengsels met ambrosiazaden (Bron: NVWA/RIKILT)

Ambrosia in bloei

De groeicondities waren de afgelopen week optimaal met een daglengte die korter is dan 14 uur en maximumtemperaturen rond de 30 graden. De afgelopen week zijn de eerste ambrosiaplanten in bloei gezien en dat aantal zal de komende week sterk stijgen. Vanwege het nog steeds beperkte aantal planten zal de pollenconcentratie in de lucht nog zeer laag blijven en enkel lokaal bij de hotspots op kunnen lopen. Uit een recent gepubliceerde studie van het LUMC bleek dat de pollenconcentratie onverwacht op kan lopen door langeafstand transport van pollen door de lucht. Op 4 en 5 september 2014 trof het LUMC in haar pollenval 30 pollen per kubieke meter lucht aan. Ze bleken afkomstig vanuit de Pannonische vlakte (Hongarije,  Servië) en Oekraïne.

Tekst: Arnold van Vliet, De Natuurkalender, Wageningen University; Jenneke Leferink & Johan van Valkenburg, NVWA; Baudewijn Odé, FLORON; Maurice Martens & Herman van Wissen, Pollennieuws.nl/Flora van Nederland; Letty de Weger, LUMC

Foto’s: Arnold van Vliet

Meer informatie over ambrosia is te vinden op www.ambrosiavrij.nu .

 

6 augustus 2016

Orchideeën in natuurlijk beheerde terreinen van Zuidwolde

Bron:

 


Foto: Hoogeveense courant

Hoogeveen is beroemd om de veelheid aan orchideeën. Niet alleen staan op diverse plekken duizenden exemplaren, maar ook het aantal soorten is indrukwekkend. Ook in Zuidwolde zijn bepaalde gebieden, waar veel orchideeën te vinden zijn.

Zo is een gedeelte van het vlinderommetje bij Middelveen steeds rijker aan verschillende orchissoorten, waarbij ook afgelopen jaar meer dan 2000 exemplaren te bewonderen waren. Wat opvalt is, dat ze altijd in natuurgebieden verschijnen en in ontwikkelingsgebieden die natuurlijk worden onderhouden, maar nauwelijks meer gewoon in de bermen, zoals je dat bijvoorbeeld in Frankrijk zo veel ziet. In Zuidwolde komt de brede orchis voor, de gevlekte orchis, de ongevlekte rietorchis en de gevlekte rietorchis. Vorige week vond Pieter Zwaan tijdens een planteninventarisatie door leden van de plantenwerkgroep van Natuurvereniging Zuidwolde op de Takkenhoogte ineens twee exemplaren van de welriekende nachtorchis. Dat was een grote bijzonderheid, want niet alleen was het de eerste welriekende nachtorchis in Zuidwolde, maar zelfs in het hele Reestdal.

Dennenorchis

Maar het kan nog gekker. 'Afgelopen winter meldde Jan-Erik Plantinga, lid van onze plantenwerkgroep, dat hij in het Steenberger Oosterveld (eigendom van Stichting Het Drentse Landschap) een dennenorchis had gevonden', vertelt Joop Verburg van Natuurvereniging Zuidwolde.

De dennenorchis is in Drenthe binnengekomen toen de dennenbossen, die in het begin van de vorige eeuw waren aangeplant, wat ouder werden en geschikt voor deze plant die hoge eisen stelt aan zijn groeiplaats. Ook in het voormalige uitgestrekte Kremboongbosch bij Tiendeveen kwam de dennenorchis toen voor. Door allerlei oorzaken, zoals luchtvervuiling, nam het aantal groeiplekken snel af. In 1970 was nog slechts één plek in Drenthe over, namelijk bij Norg. De afgelopen tien jaar is de dennenorchis gelukkig op meer plekken teruggevonden, in het westen en op een paar plekken in het noorden van Drenthe.

Bijzondere winterpracht

'Toen ik het bericht kreeg dat er hier in Zuidwolde een dennenorchis was gevonden, kon ik het eerst nauwelijks geloven. Maar hij stond er echt! Bijzonder is dat je juist in de winter naar deze orchidee kunt uitkijken, omdat het de enige orchidee in ons land is die in de winter groen blijft. Zou de plant ook gaan bloeien? Welnu, we zijn niet teleurgesteld. Met meer dan 60 bloeiaartjes hebben de planten in bloei gestaan. Nu moet je wel bedenken dat het allemaal erg klein is. De bloeiaren zijn niet veel meer dan 10 cm hoog en de bloempjes meten ongeveer 3 mm. Wel zijn ze prachtig met hun bijzondere harige uiterlijk.'

 

 

 

21-juli-2016

Nederlandse orchideeën binnenkort vogelvrij

Bron:
Bericht uitgegeven door FLORON, Werkgroep Europese Orchideeën

Met de nieuwe Wet Natuurbescherming in zicht wordt gevreesd voor de Nederlandse wilde orchideeën. Veel orchideeënsoorten worden vanaf 1 januari 2017 niet meer beschermd en zijn daarmee vogelvrij. De wet is een vrijbrief voor onbestendig beheer en legaal plukken en steken van deze bijzondere planten buiten de beschermde natuurgebieden. Wat kunnen we doen om de verwachte negatieve trend te beperken?

In de afgelopen 40 jaar zijn vrijwel alle orchideeënsoorten in Nederland achteruitgegaan en op de Rode Lijst met bedreigde soorten terechtgekomen. De kwetsbaarheid van orchideeën kan verklaard worden door de hoge eisen die zij stellen aan hun groeiplaats. Tevens hebben ze een langzame groeicyclus: de ontwikkeling van zaad tot de eerste bloei kan jaren duren. Landinrichting, bemesting, ontwatering en verkeerd beheer (bijvoorbeeld maaien voor de bloeitijd) zijn belangrijke oorzaken van de achteruitgang van de orchideeën in Nederland. Een andere veel voorkomende bedreiging is het uitsteken van orchideeën.


Bijenorchis wordt geroemd om haar fraaie verschijning en wordt helaas regelmatig uitgestoken om vensterbanken en tuinen op te fleuren.
(Bron: Joop ten Dam)

anwege hun kwetsbaarheid zijn veel soorten orchideeën al sinds lange tijd wettelijke beschermd. Onder de huidige Flora en Faunawet genieten ruim 40 soorten wettelijke bescherming. Onder de nieuwe Wet Natuurbescherming blijven er nog maar een tiental over: Groene nachtorchis, Bruinrode wespenorchis, Geelgroene wespenorchis, Dennenorchis, Honingorchis, Bokkenorchis, Groenknolorchis, Vliegenorchis, Bergnachtorchis en Zomerschroeforchis. Over het algemeen zijn dit zeldzame tot zeer zeldzame soorten die in hoofdzaak in beschermde natuurgebieden voorkomen. De overige ruim 30 soorten Nederlandse orchideeën, waaronder een aantal zeer zeldzame en ernstig bedreigde, zijn straks vogelvrij. De Bijenorchis is een van de weinige orchideeën die het de laatste jaren wat beter verging. Vanouds is ze te vinden op de kalkgrashellingen in Limburg, waar zij echter gestaag achteruit gaat. In het westen van het land is de Bijenorchis recent toegenomen. Hier groeit zij in bermen, langs sloten en op industrieterreinen. Lange tijd was deze orchidee landelijk een vrij zeldzame soort, maar in de aflopen 20 jaar heeft zij haar areaal en noordelijke en oostelijke richting uitgebreid. Bijenorchis heeft geprofiteerd van het verschralingsbeheer, waarin bermen (laat) gemaaid worden en het maaisel afgevoerd wordt.

Mogelijke gevolgen Wet Natuurbescherming

Als met inwerking treden van de nieuwe Wet Natuurbescherming de Bijenorchis en andere orchideeën hun beschermde status verliezen, vrezen FLORON en de Werkgroep Europese Orchideeën (WEO) voor een achteruitgang van deze soorten buiten de beschermde natuurgebieden. Groenbeheerders hoeven dan geen rekening meer te houden met de aanwezigheid van orchideeën. Dit betekent onder andere dat maaibeurten niet meer uitgesteld hoeven te worden tot na de bloeitijd en de zaadzetting van orchideeën en dat het maaisel niet meer afgevoerd wordt. Te vroeg maaien is funest voor veel orchideeën.

En nu?

De Rijksoverheid heeft de uitvoering van de Wet Natuurbescherming uitbesteed bij de provincies. De wet vereist vanuit de provincies “de nodige maatregelen” voor behoud of herstel van bedreigde of speciaal gevaar lopende soorten, zoals Rode Lijstsoorten, maar de manier waarop hier invulling wordt gegeven is aan de provincies. Zij hebben de bevoegdheid om bijzondere provinciale natuurgebieden en bijzondere provinciale landschappen aan te wijzen. Hoewel de wet hier niets over zegt zouden provincies soorten als provinciaal beschermde soorten kunnen aanwijzen. De Rijksoverheid en provincies werken samen aan de (provinciale) implementatie van de Wet Natuurbescherming. FLORON en WEO hopen dat zij voldoende rekening houden met de soorten die nu buiten de boot vallen.

De gedragscodes blijven behouden in de nieuwe Wet Natuurbescherming. In een gedragscode wordt per bedrijfstak afspraken gemaakt over hoe bij uitvoering van (beheers)werkzaamheden rekening gehouden wordt met beschermde flora en fauna. Er zou veel te winnen zijn als er in gedragscodes ook zou worden vastgelegd hoe er bij werkzaamheden rekening kan worden gehouden met niet wettelijk beschermde, maar wel bedreigde Rode Lijstsoorten.

Wat kan jij doen voor de Nederlandse orchideeën?

Gelukkig worden alle Nederlandse orchideeën tot de invoering van de nieuwe Wet Natuurbescherming op 1 januari 2017 nog wettelijk beschermd door de Flora- en Faunawet. Onbestendig beheer heeft voorlopig nog gevolgen en het uitsteken van orchideeën is tot die tijd strafbaar. Overtredingen kunnen nu nog gemeld worden bij de Rijksdienst van Ondernemend Nederland. Worden er groeiplaatsen van orchideeën op gronden die bij een gemeente in beheer zijn verstoord, dan kan dat in veel gemeenten gemeld worden met de App Buiten Beter.

De App is beschikbaar voor . , en zelfs nog voor en .

Ook na de invoering van de Wet Natuurbescherming kan je hier verstoringen van orchideeën blijven melden. Deze meldingen dragen bij aan het in kaart en onder de aandacht brengen van dit probleem.

In de uitzending van Vroege Vogels van 17 juli vertellen Baudewijn Odé (FLORON) en Joop ten Dam (WEO) meer over dit onderwerp.

Tekst: Leonie Tijsma, FLORON; Joop ten Dam, Werkgroep Europese Orchideeën (WEO)
Foto's: Joop ten Dam, Werkgroep Europese Orchideeën (WEO)

 

 

13 juli 2016

Ontdekking: de duivelsorchidee

Bron: http://www.bpnieuws.nl
Bericht uitgegeven door PhytoKeys

Het Amerikaanse wetenschappelijke tijdschrift voor taxonomie, PhytoKeys, meldt de ontdekking van een wel heel bijzondere orchidee, die men direct de naam Telipogon diabolicus heeft gegeven. Juist ja, de duivelsorchidee. En het is niet moeilijk te raden waarom:

Telipogon is een type orchidee, waaronder tot op heden zo'n 250 soorten vallen. Dat het daarbij blijft is allerminst waarschijnlijk: nog altijd worden met regelmaat nieuwe soorten ontdekt en breidt de orchideeënfamilie zich verder uit. En zeker in Colombia. Dit land is misschien wel het orchideeënland bij uitstek.
Er zijn bijna 3600 soorten bekend en aldus de onderzoekers, het leidt geen twijfel dat er nog velen onontdekt zijn. Alleen al in 2014 werden er 20 nieuwe soorten in de boeken bijgeschreven.

Voor meer informatie & foto's, zie de publicatie in PhytoKeys

 

 

9 februari 2016

Populaties van de Vliegenorchis verder gedaald naar vijf

Bron:
Bericht uitgegeven door Werkgroep Europese Orchideeën

De afgelopen jaren hebben Eric Hartgers, Mark Engels, Mark Meijrink en Menko van der Leij de verspreiding in kaart gebracht van de Vliegenorchis. In dit onderzoek zijn de resultaten van de huidige populaties vergeleken met die van andere perioden. Daaruit blijkt dat het aantal populaties een historisch dieptepunt heeft bereikt. Op dit moment zijn er nog vijf populaties over.

In een bericht van 2 april 2015 berichtten de auteurs over de achteruitgang van de Vliegenorchis. Deze soort is in de afgelopen twee decennia hard achteruit gegaan in aantal populaties en in aantallen planten per populatie. Uit het verspreidingsonderzoek van leden van de Werkgroep Europese Orchideeën dat afgelopen jaar afgerond werd, blijkt dat de situatie intussen nog schrijnender is geworden. Recentelijk zijn weer enkele populaties verloren gegaan. De oorzaken lopen uiteen, van beheerongelukjes tot het uitblijven van begrazing.

Hakhoutbeheer werkt?

VliegenorchisVliegenorchis (Bron: Mark Engels)Vliegenorchis is net als tal van Zuid-Limburgse plantensoorten gebonden aan hakhoutbeheer of middenbosbeheer met overstaanders. Het beheer bestaat uit het periodiek kappen van bos. Hierdoor komt er tijdelijk meer licht op de bodem, een fenomeen waar diverse karakteristieke plantensoorten van profiteren (zie onderzoek waaruit dit blijkt).
Toch is de Vliegenorchis fors afgenomen in afgelopen periode. Een van de oorzaken is dat er op tal van plekken geen hakhoutbeheer meer heeft plaatsgevonden. Hierdoor sluit het kronendak zich steeds meer, met als gevolg dat de Vliegenorchis verdwijnt door langdurige beschaduwing. De beschaduwing zorgt ervoor dat planten niet meer tot bloei komen en er geen zaden meer in de zaadbank komen. De soort zakt dan steeds dieper weg in de extinctiespiraal. Vliegenorchis is een soort die in vegetatieve toestand slechts een enkel tot twee jaar kan overleven. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld Purpurorchis welke het vele jaren kan uithouden in vegetatieve toestand.


Vliegenorchis (Bron: Mark Engels)

Laat de Vliegenorchis niet vliegen

Bij beleidsmakers heerst vaak de tendens die vergelijkbaar is met het 'Lourdes gevoel', ooit treffend omschreven door Youp van 't Hek als: Altijd kijken naar iemand die er slechter aan toe is. Zo zijn er diverse (planten)soorten die ernstiger bedreigd zijn dan de Vliegenorchis. Een gemiste kans, want de Vliegenorchis is een typische Zuid-Limburgse soort en een ambassadeur voor de Zuid-Limburgse natuur. Net als tal van andere dier- en plantensoorten overigens: Korenwolf, Geelbuikvuurpad, Hazelmuis, Eikelmuis, Vuursalamander, Veenorchis, Bruinrode wespenorchis, Franje gentiaan, Duitse gentiaan, etc.

Onderzoek

Om meer grip te krijgen op de situatie starten de auteurs in 2016 onder andere met een demografisch onderzoek. Hiermee kunnen individuele planten over langere periode worden gevolgd. Daarnaast zijn de effecten van het beheer beter te volgen. Net als voorgaande jaren blijft de WEO de handen uit de mouwen steken en helpen wij Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Stichting Limburgs Landschap met kleinschalig beheer van orchideeëngroeiplaatsen. Dat dit kleinschalige beheer succesvol kan zijn, blijkt uit de positieve trend van de Vliegenorchis en andere orchideeënsoorten op de locaties waar de afgelopen jaren gericht beheer is uitgevoerd.

Tekst: Mark Meijrink, Mark Engels, Eric Hartgers en Menko van der Leij, Werkgroep Europese Orchideeën

 

 

11 januari 2016

Wil de echte nachtorchis opstaan?

Bron:
Bericht uitgegeven door Werkgroep Europese Orchideeën

In Zuid-Limburg komen twee nachtorchissoorten voor: Welriekende en Bergnachtorchis. Waar van oudsher één of beide soorten werd aangetroffen, komt nu vaak alleen de hybride voor. Het lijkt erop dat in veel graslanden de kruising haar ouders heeft verdrongen. De verspreiding van de hybride inclusief ouders is nooit goed in kaart gebracht. In 2016 start de WEO met een verspreidingsonderzoek.

De Nachtorchis

In Zuid-Limburg komen twee soorten nachtorchissen voor. Het betreft de Welriekende nachtorchis (Platanthera bifolia) en de Bergnachtorchis (Platanthera montana). Doordat de groeiplaatsen van beide soorten, heischraal en kalkgrasland, vaak op dezelfde helling voorkomen, worden er kruisingen aangetroffen. Minder bekend is dat deze kruisingen (Platanthera x hybrida) op veel plekken één of beide oudersoorten geheel vervangen en misschien wel hebben verdrongen. Zo wordt in hellingraslanden en bossen vaak alleen de hybride aangetroffen. In overige delen van Nederland komt de hybride niet voor omdat er slechts één nachtorchissoort voorkomt. Voor een kruising zijn immers twee soorten nodig!.

Hoe te herkennen

Planten uit het geslacht Platanthera onderscheiden zich van elkaar door de stand van de helmhokjes.

 

Welriekende nachtorchis (Platanthera bifolia) (Bron: Eric Hartgers) Nachtorchis-hybride (Platanthera x hybrida) (Bron: Mark Engels) Bergnachtorchis (Platanthera montana) (Bron: Mark Meijrink)

Bestuiving

Op dit moment is er onvoldoende bekend hoe wijd verbreid de Nachtorchis-hybride is in Zuid-Limburg. In het verleden is voornamelijk onderzoek gedaan naar de bestuiving binnen het geslacht Platanthera. De soort wordt bestoven door diverse nachtvlinders. Doordat groeiplaatsen van de Welriekende en Bergnachtorchis vaak voorkwamen op dezelfde helling en de bestuivers niet erg kritisch zijn, vinden er gemakkelijk uitwisselingen plaats. De onderstaande video toont de bestuiving van de Bergnachtorchis.

 


Bestuiving van de Bergnachtorchis (film: Jean Claessens)

Verspreidingsonderzoek

De WEO start in 2016 een verspreidingsonderzoek waarbij de verspreiding van de hybride en oudersoorten in kaart worden gebracht. Heb je zelf een nachtorchis gezien in Zuid-Limburg? Meldt het de WEO op weoknnv@gmail.com. Ook oude(re) waarnemingen zijn welkom.

 

Tekst: Mark Meijrink, WEO. Foto's: Eric Hartgers, Mark Engels & Mark Meijrink Film: Jean Claessens

18 september 2015

Grote muggenorchis, grote zorgen
Bron:
Bericht uitgegeven door Werkgroep Europese Orchideeën

In 2015 zijn de WEO en Science4Nature gestart met een onderzoek naar de Grote muggenorchis. De voorlopige resultaten laten zien aan dat het slechter gaat met de Muggenorchis dan gedacht. Op verschillende plaatsen is de Grote muggenorchis uitgestorven of uitstervend. Alleen op Schiermonnikoog, Vlieland en in Zuid-Limburg zijn nog individuenrijke populaties over.

Doel van het onderzoek

De Grote muggenorchis kwam in Nederland oorspronkelijk voor in kalkgraslanden (Zuid-Limburg), vochtige hooilanden en schraalgraslanden in Midden- en Oost-Nederland en natte duinvalleien langs de gehele Nederlandse kust. In Nederland zijn alle schraallandpopulaties reeds uitgestorven. Uit buitenlands onderzoek is gebleken dat er binnen de Grote muggenorchis (Gymnadenia conopsea s.l.) zogeheten “verborgen soorten” en chromosoomrassen voorkomen. Dit zou betekenen dat beide ondersoorten, Grote muggenorchis (G. conopsea subsp. conopsea) en Dichtbloemige muggenorchis (G. conopsea subsp. densiflora) waarschijnlijk verschillende soorten zijn. In Nederland is weinig tot niks bekend over de genetische structuur van de Muggenorchis. Met het onderzoek proberen we te achterhalen welke soort, ondersoort of variëteit waar voorkomt en of de populaties verschillen in ecologie.


Grote muggenorchis (foto: Mark Meijrink)

Voorlopige resultaten Grote muggenorchisonderzoek

Voor een antwoord zijn alle inheemse populaties van de Grote muggenorchis bezocht: De Gelderse Vallei, Zuid-Limburg (diverse populaties), Bergen (NH), Texel, Vlieland, Terschelling, Schiermonnikoog en Lauwersmeer. Voor het DNA-onderzoek is bladmateriaal verzameld en zijn verschillende kenmerken gemeten om inzicht te krijgen in de levensvatbaarheid.

Verschillende populaties bleken uitgestorven of uitstervend:

Alleen op Vlieland, Schiermonnikoog en in Zuid-Limburg werden individuenrijke populaties aangetroffen. In het Lauwersmeergebied werden dit jaar voor het eerst 3 planten aangetroffen.

Waarom is het belangrijk dat populaties worden behouden?

In een ideale situatie is er sprake van een metapopulatiestructuur. Dit betekent dat er meerdere populaties aanwezig zijn die onderling verbonden zijn via uitwisseling van zaden en/ of stuifmeel, een soort van risicospreiding. Mocht een populatie lokaal uitsterven door een catastrofe dan is herkolonisatie vanuit de overgebleven populaties mogelijk. Met uitzondering van Schiermonnikoog, Vlieland en Zuid-Limburg zijn er geen individuenrijke populaties met Grote muggenorchis meer aanwezig in Nederland. Dit maakt de reeds bestaande populaties kwetsbaar voor catastrofes of onbedoelde ‘foutjes’.

Daarnaast hebben karakteristieke plantensoorten van voedselarme ecosystemen, zoals de Grote muggenorchis, het moeilijk door de zogenaamde VER-thema’s (verdroging, verzuring, vermesting en versnippering). Doordat het habitat verslechtert wordt ook de populatie aangetast.

Populaties reageren meestal langzaam op snelle veranderingen van het milieu en komen dan in een negatieve spiraal terecht, ook wel een extinctiespiraal genoemd. Wanneer een populatie lokaal uitsterft, verdwijnt ook een stukje genetische diversiteit. Iets wat voor herintroductie of versterking van bestaande populaties essentieel is. Een deel van deze genetische diversiteit bestaat uit het feit dat planten zich (genetisch) hebben aangepast aan lokale omstandigheden. Dit gaat niet alleen op voor planten, maar geldt ook voor dieren, zoals bijvoorbeeld de Veenbesparelmoervlinder. Om de Grote muggenorchis te kunnen beschermen is naast (populatie)ecologisch onderzoek ook genetisch onderzoek noodzakelijk. Pas dan weten we welke Muggenorchissen in Nederland voorkomen en voorkwamen. Kortom: wie woont waar?

Met het uitsterven van de schraallandpopulaties in Midden en Oost-Nederland is wellicht al een belangrijk deel van de genetische diversiteit binnen de soort verloren. Nu blijkt dat er van de duinpopulaties bar weinig over is verdwijnt er mogelijk nog meer diversiteit. Laten we ervoor zorgen dat we goed weten welke Muggenorchissen we hadden en nog steeds hebben. Dat is de beste uitgangssituatie voor het herstel van een misschien voor ons land nieuwe Muggenorchis.

Tekst: Mark Meijrink, WEO, Sheila Luijten, Science4Nature en Gerard Oostermeijer, IBED/Science4Nature

 

 

2 augustus 2015

Nieuwe orchidee ontdekt in Nederland: Purperrode orchis
Bron:
Bericht uitgegeven door Werkgroep Europese Orchideeën

Afgelopen juni ontdekte Hans Dekker een nieuwe soort orchidee voor Nederland op Schiermonnikoog. De Purperrode orchis. Deze werd nooit eerder in Nederland aangetroffen. Onduidelijk is waarom de orchidee niet eerder is ontdekt, waarschijnlijk staat hij hier al lange tijd. Dekker ontdekte de orchidee nog net op tijd om hem te kunnen toevoegen aan zijn boek Orchideeën in Noord-Nederland dat pas is verschenen.


Purperrode orchis is ontdekt op Schiermonnikoog (kaart: Verspreidingsatlas.nl)

In juni ontdekte Hans Dekker een voor Nederland nieuwe soort. Het gaat om de Purperrode orchis (Dactylorhiza purpurella). Een orchidee die in Europa beperkt is tot de kustzones van de Britse Eilanden, Zuid-Zweden, Zuid-Noorwegen en Denemarken. Een echte "noordelijke" soort, gelet op de verspreiding en karakteristiek voor onder meer duinvalleien en duingraslanden. Het is onduidelijk waarom de soort nooit eerder is ontdekt. Hoogstwaarschijnlijk is de soort altijd over het hoofd gezien. De planten groeien in een vochtige duinvallei en lijken het meest op een gedrongen en zeer donkerpaarse Rietorchis. De Purperrode orchis bloeit van midden tot eind juni.


De Purperrode orchis groeit in een vochtige duinvallei op Schiermonnikoog (foto: Hans Dekker)

Orchideeën van Noord-Nederland Orchideeënliefhebber

Hans Dekker bracht recent een boek uit over de orchideeën van Noord-Nederland: Drenthe, Noord-Overijssel, Noord-Flevoland, Friesland en Groningen. Van alle orchideeën worden kenmerken en biotoop beschreven. Bovendien vermeldt Dekker van elke soort enkele opvallende bijzonderheden. Uiteraard is er aandacht voor specialiteiten zoals de Tengere heideorchis en de pas ontdekte Purperrode orchis. Ook soorten die helaas zijn verdwenen worden vermeld. De bescherming van orchideeën door beheer, wetgeving en Europese regelgeving via Natura 2000 krijgt volop aandacht. Tot slot worden in het boek enkele wandel- en fietstips beschreven zodat je ook zelf op pad kunt.


Cover nieuwe boek Orchideeën in Noord-Nederland (foto: Hans Dekker)

Wat herbergt Nederland nog meer?

Ondertussen blijven orchideeënliefhebbers dromen over nieuwe ontdekkingen. In 2009 werd de Steenrode orchis ontdekt (Dactylorhiza incarnata subsp. coccinea). Een ondersoort van de Vleeskleurige orchis die al minstens 40 jaar aanwezig was in de duinen van Nederland. Je kunt je afvragen wat er nog meer te ontdekken is? Wat dacht je van Groene wespenorchis (Epipactis phyllanthes). Een soort die voorkomt van Spanje tot aan Zweden (inclusief de Britse Eilanden), maar in Nederland geheel ontbreekt.


Groene wespenorchis in Kent, Engeland (foto: Mark Sewell)

Tekst: Hans Dekker en Mark Meijrink, Werkgroep Europese Orchideeën
Kaart: Verspreidingsatlas.nl
Foto's: Hans Dekker; Mark Sewell

 

23 juni 2015

Onnodig veel orchideeën afgemaaid in bermen
Bron:
Bericht uitgegeven door Werkgroep Europese Orchideeën

De afgelopen twee weken zijn er in Nederland diverse meldingen gedaan van afgemaaide orchideeën in bermen. In sommige gevallen is er zelfs gemaaid ondanks afspraken die er zijn gemaakt. De WEO is een ludieke actie gestart en geeft de betreffende gemeente, provincie of waterschap een exemplaar van haar orchideeënkalender cadeau.

Gemaaide bermen, noodzakelijk kwaad of niet?
Langs veel wegen worden bermen jaarlijks meerdere malen gemaaid. De zogenaamde “zichthoeken” op kruispunten en het wegmeubilair worden vaker gemaaid om de verkeersveiligheid te garanderen. Noodzaak, want verkeersongevallen, al dan niet met dodelijke afloop, wil niemand. Toch is het maaien vaak ten gunste van de bermvegetatie en zeldzame planten, waaronder orchideeën. Juist door het maaibeheer zijn op veel plekken soortenrijke vegetaties ontstaan. Dergelijke vegetaties worden in stand gehouden door het maaibeheer. Hierdoor voelen veel orchideeën zich steeds meer thuis in onze bermen.


Door het huidige maaibeheer voelen diverse orchideeën zich thuis in wegbermen (foto: Mark Meijrink)

Mag dat zomaar, orchideeën afmaaien?
Nee, orchideeën afmaaien tijdens de bloei mag niet. Zo oordeelde de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO) vorig jaar in een andere case. Zij gaf de gemeente Almere vorig jaar een waarschuwing.

Alle orchideeën die in Nederland voorkomen zijn beschermd middels de Flora- en faunawet. Zaken die niet worden gezien als een gunstige staat van instandhouding kunnen strafbaar zijn. Wil je toch werkzaamheden uitvoeren dan dien je een ontheffing aan te vragen voor de Flora- en faunawet. Voor reguliere onderhoudswerkzaamheden die soms meerdere malen per jaar plaatsvinden is het ondoenlijk om telkens opnieuw een ontheffing aan te vragen. Daarom kunnen beheerders gebruikmaken van een gedragscode die ervoor zorgt dat, mits aan de voorwaarden wordt voldaan, er geen ontheffing nodig is. Een van de voorwaarden is wel dat het beheer onder de noemer “bestendig beheer en onderhoud” valt. Het moet dus gaan om reguliere onderhoudswerkzaamheden. Een andere voorwaarde is dat in kaart wordt gebracht welke beschermde soorten er voorkomen.

Wat kun je zelf doen?
Van de beheerder wordt verwacht dat er rekening wordt gehouden met beschermde soorten. Maar wat kun je zelf doen? Nog even kort samengevat:

 

 

 

26 april 2015

Vroegst bloeiende Kleine keverorchis van Europa op Vlieland
Bron:
Bericht uitgegeven door Werkgroep Europese Orchideeën

Afgelopen weekend vonden twee leden van de Werkgroep Europese Orchideeën (WEO) op Vlieland de eerste bloeiende exemplaren van de Kleine keverorchis. Na een literatuurstudie blijkt dat nergens in Europa de soort zo vroeg bloeit als op de Nederlandse Waddeneilanden Vlieland en Terschelling.


Kleine keverorchis (foto: Mark Meijrink)

Kleine keverorchis (Neottia cordata) heeft doorgaans een hoogte van enkele centimeters (5 tot 10 centimeter). Let op het sporenkapsel van het mos als een maatstaf.

Vroegbloeiende Nederlandse Kleine keverorchis is uniek voor Europa
Na een literatuurstudie bleek dat nergens in Europa Kleine keverorchis (Neottia cordata) zo vroeg tot bloei komt als op de Waddeneilanden Vlieland en Terschelling. Alleen op de Britse eilanden is melding gedaan van exceptioneel vroege bloei. Het ging hier om eind april.

De afgelopen jaren is Vlieland bezocht in april. Bloeiende planten werden aangetroffen op 22 april 2011, op 3 april stonden de meeste planten in knop. Waarschijnlijk bloeiden de eerste planten halverwege 3 en 22 april. In 2012 werden de eerste planten op 14 april in bloei aangetroffen. In 2013 werden de eerste planten pas op 29 april in bloei aangetroffen. Het relatief koude voorjaar zorgde voor een (ver)late bloei. In 2015 werden de eerste planten op 19 april in bloei aangetroffen. Gezien de hoge aantallen bloeiende planten (40-50), bloeiden de allereerste planten waarschijnlijk reeds een week eerder. Opmerkelijk is dat de bloei van Kleine keverorchis gekoppeld lijkt te zijn aan een geringe temperatuurstijging in de 1-2 weken voorafgaand aan de bloei. Bij het bestuderen van weergegevens van het KNMI (temperatuur gemeten 10 centimeter boven de grond op het meetstation op Vlieland) blijkt dat bij een aanhoudende temperatuur van minimaal 7 tot 8 graden gedurende ongeveer een week de planten tot bloei komen.


Kleine keverorchis (Neottia cordata) (foto: Mark Meijrink)

Mogelijke verklaring vroege bloei?
De vroege bloei is waarschijnlijk te wijten aan een combinatie van factoren. Een hiervan is de ligging. De Waddeneilanden hebben, in vergelijking met andere plekken in Europa, een relatief milde winter. De Dennenbossen waarin Kleine keverorchis voorkomt op de Waddeneilanden hebben, in tegenstelling tot andere groeiplaatsen in Europa, een open karakter en zijn voor de vochtvoorziening in hoge mate afhankelijk van de luchtvochtigheid die onder meer veroorzaakt wordt door zeewind. Daarnaast groeien de planten op de Waddeneilanden in de strooisellaag van dennennaalden of slaapmossen. Een groeiplek die snel opwarmt bij een temperatuurstijging in het voorjaar. In het buitenland groeien planten op heel andere plekken. In het noorden van Europa (Britse Eilanden, Scandinavië) groeien planten in vochtige heide en hoogveen of onder grote pollen heide van Struikhei. In meer zuidelijke regionen is Kleine keverorchis beperkt tot donkere Sparrenbossen met (Veen)mostapijtjes. In veel gevallen is het karakter van de groeiplaatsen in het buitenland een stuk vochtiger dan op de Nederlandse Waddeneilanden. Daarnaast zijn de winters langer en is het voorjaar kouder. Aangenomen wordt dat de gunstige ligging en het milde klimaat zorgt voor de vroege bloei van Kleine keverorchis op de Nederlandse Waddeneilanden.


(foto: Mark Meijrink)

Overzicht van een groeiplaats met Kleine keverorchis (Neottia cordata) op Terschelling. Op veel plekken deelt Kleine keverorchis haar groeiplaats met een andere naaldbosneofiet, Dennenorchis (Goodyera repens) zoals op de foto.

Kleine keverorchis een nieuwkomer in Nederland?
Kleine keverorchis heeft zich pas recent gevestigd in Nederland en noemen we een naaldbosneofiet (overige naaldbosneofieten: Linnaeusklokje en Dennenorchis). De soort werd in 1949 voor het eerst aangetroffen in ons land (op Ameland). In de daaropvolgende jaren werd zij op meerdere Waddeneilanden gevonden (Vlieland, Terschelling en Schiermonnikoog. De aanplant van Dennenbossen in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw en de relatief hoge luchtvochtigheid (zeewind), maken de bossen een zeer geschikte groeiplaats. Meer achtergrondinformatie over de Kleine keverorchis is te vinden in een eerdere gepubliceerde reeks natuurberichten genaamd het Kleine Orchideeën Kwartet waarin een viertal orchideeën wordt belicht.

Tekst: Mark Meijrink & Eric Hartgers, Werkgroep Europese Orchideeën
Foto's: Mark Meijrink

 

 

2 april 2015

Zeer zeldzame Vliegenorchis in twintig jaar sterk achteruit
Bron:
Bericht uitgegeven door Werkgroep Europese Orchideeën

De afgelopen jaren hebben leden van de WEO oude vindplaatsen van de Vliegenorchis geïnventariseerd. De voorlopige resultaten tonen een negatieve trend. Het aantal populaties van deze soort is in twintig jaar tijd gedaald van 15 naar 8.

In slechts twee decennia is het aantal populaties van de Vliegenorchis (Ophrys insectifera) teruglopen van 15 naar 8 (stand in 2014). Dit is een schrikbarende afname. Deze negatieve trend is gebaseerd op kwantitatief onderzoek. In dit onderzoek is het aantal huidige populaties is vergeleken met de situatie 20 jaar geleden. Toch zegt het niets over de kwaliteit van de afzonderlijke populaties, bijvoorbeeld uit hoeveel planten een populatie bestaat. De vraag is hoe levensvatbaar de huidige populaties zijn. Van de 8 populaties bestaan er 3 uit slechts 1 tot 2 planten. De overige populaties zijn omvangrijker en variëren van 10 à 15 tot 100 à 150 bloeiende planten. De komende jaren richt de WEO zich op het kwalitatieve deel van het onderzoek.


Verspreiding Vliegenorchis in Nederland (bron: Verspreidingsatlas en Floron)

Vliegenorchis

De Vliegenorchis is een van de meest tot verbeelding sprekende orchideeën van Nederland. De donkerbruine tot zwarte bloemen zien er uit als een insect. Daarnaast verspreidt de plant feromonen om bestuivers te lokken. De soort wordt alleen bestoven door jonge mannetjes van de graafwesp Argogorytes mystaceus. De mannetjes zien de bloem aan voor een wijfje en doen vaak meerdere pogingen om te paren met de bloem (pseudo-copulatie). Tijdens deze pogingen krijgen de mannetjes stuifmeelklompjes opgeplakt. De mannetjes tuinen nog vaak in deze val alvorens ze leren dat het geen echt wijfje is. Op deze manier zorgt de soort voor kruisbestuiving. Op de website van Jean Claessens & Jacques Kleynen zijn foto's te vinden van de bestuiving.


Vliegenorchis komt in Nederland voornamelijk voor in zoomvegetaties van hakhoutbosjes en hellingbossen. Vliegenorchis heeft bloemen die lijken op een insect (foto's: Mark Meijrink)

Hakhoutbeheer, herstel van oude traditie of doelsoortsynchronisatie?

De Vliegenorchis wordt voornamelijk aangetroffen in zoomvegetaties van struwelen, hakhoutbosjes, de randen van kapvlakten en ruige delen van kalkgraslanden. (Duurzaam) behoud van de soort staat of valt met begrazing en hakhout- en bosrandbeheer. De afgelopen jaren is gebleken dat diverse orchideeënsoorten, waaronder Vliegenorchis, positief reageren op de toegenomen lichtinval als gevolg van hakhout- of middenbosbeheer. Helaas ging het in veel gevallen om toevalstreffers. In de jaren tachtig van de vorige eeuw is op veel plekken met traditioneel hakhoutbeheer gestart. Dit na veel aandacht rondom deze vorm van beheer. Er is destijds gekeken naar hoe men vroeger hakhout- en middenbosbeheer met overstaanders toepaste.

Of deze oude traditie ook voldoende rekening houdt met de levenseisen van een soort als Vliegenorchis is maar zeer de vraag. Uitgaande van eerdere ervaringen, namelijk dat diverse orchideeënsoorten positief reageren op de toegenomen lichtinval als een gevolg van beheer, zou het zinvoller zijn om kapacties en hakhoutbeheer toe te passen op de plekken waar soorten zoals de Vliegenorchis voorkomen. Lukraak kappen kan succes opleveren, maar toont gelijkenis met de Lotto. Speel je niet mee dan weet je zeker dat je niks zult winnen en speel je wel mee dan is de kans om te winnen erg gering. Het verdient aanbeveling om de levenseisen van de Vliegenorchis als randvoorwaarden te gebruiken bij het plannen en uitvoeren van beheersmaatregelen. Ook het tijdstip is hierbij van belang. Veel beheerders vergeten namelijk dat de bladrozetten van de Vliegenorchis reeds in december/januari bovengronds verschijnen (begrazing!). Dit nieuwe principe heet doelsoortsynchronisatie, een type beheer dat een doelsoort (of enkele doelsoorten) centraal zet en de beheersmaatregelen (inclusief het tijdstip van uitvoeren) synchroniseert met de levenscyclus en levenseisen van een soort.

Waarnemingen doorgeven

Het is van groot belang dat waarnemingen van de Vliegenorchis worden gemeld. Een waarneming indienen kan op Waarneming.nl of door een mail te sturen naar de WEO.

Tekst: Mark Meijrink, Werkgroep Europese Orchideeën
Foto's: Mark Meijrink; Mark Engels

Kaart: Verspreidingsatlas.nl

 

15 maart 2015

Veenorchis ernstig bedreigd door aanleg Buitenring Parkstad
Bron:
Bericht uitgegeven door Werkgroep Europese Orchideeën

Op 11 maart deed de Raad van State uitspraak over de aanleg van een weg (project buitenring parkstad Limburg). De uitspraak is onherroepelijk en zet het voortbestaan van de, thans ernstig bedreigde, Veenorchis op losse schroeven.

Buitenring Parkstad Limburg (BPL)

11 maart deed de Raad van State een uitspraak over de aanleg van de Buitenring Parkstad Limburg. Diverse organisaties, waaronder Natuurmonumenten, hebben zonder succes bezwaar gemaakt tegen de aanleg van deze weg. De uitspraak is onherroepelijk en hoger beroep is niet mogelijk. Diverse werkzaamheden die gepaard gaan met de aanleg, hebben een negatief effect op de groeiplaats van de Veenorchis (Dactylorhiza majalis subsp. sphagnicola). Een van de maatregelen is het verleggen van de Rode Beek. De verlegging zal een drainerend effect hebben op de nabijgelegen groeiplaats van de Veenorchis.


Hangveen met Veenorchis (Dactylorhiza majalis subsp. sphagnicola) in Limburg (foto: Mark Meijrink)

Hangveen en verdroging

De groeiplaats van de Veenorchis is gelegen op een helling en wordt ook wel omschreven als een helling- of hangveen. Door het verleggen van de lager gelegen Rode Beek, zal water sneller dan voorheen wegstromen uit het natuurgebied waarin de Veenorchis groeit. Als gevolg van de mogelijke verdroging zal de groeiplaats voedselrijker worden waardoor de Veenorchis mogelijk zal verdwijnen. Orchideeën, en de schimmels waarmee zij voorkomen, zijn gebaat bij voedselarme omstandigheden.

Veenorchis (Dactylorhiza majalis subsp. sphagnicola)

Veenorchis is een zeldzame orchidee binnen het genus Dactylorhiza (Handekenskruiden). De soort wordt alleen aangetroffen in hoogveenvegetaties en vochtige heiden. In Nederland is de soort bekend van slechts één groeiplaats in de Provincie Limburg. De Veenorchis wordt vermeld in de Rode Lijst 2012 vaatplanten onder de categorie 'ernstig bedreigd'. Vroeger kwam de soort op een drietal plekken in Limburg voor.


Veenorchis (Dactylorhiza majalis subsp. sphagnicola) staat op de Rode Lijst vaatplanten (2012) onder de categorie ’ernstig bedreigd’ (foto: Mark Engels)

Is er een toekomst voor de Veenorchis in Nederland?

Als er geen extra maatregelen worden getroffen zal de groeiplaats waarschijnlijk verdrogen. Doordat verdroging gepaard gaat met voedselrijker worden heeft de Veenorchis geen zekere toekomst in Nederland. 

Tekst: Mark Meijrink, Werkgroep Europese Orchideeën
Foto's: Mark Meijrink; Mark Engels

08 maart 2015

Begrazing en orchideeën gaan prima samen in Rotterdamse Haven
Bron:
Bericht uitgegeven door Werkgroep Europese Orchideeën

De Landtong Rozenburg, midden in de Rotterdamse Haven, blijkt een mooie populatie bijenorchissen te huisvesten. Al jaren worden er enkele exemplaren bloeiend waargenomen. De omstandigheden zijn blijkbaar gunstig voor deze mooie orchidee want ze heeft zich in de loop van de tijd behoorlijk uitgebreid.

In 2014 bloeiden er op de Landtong Rozenburg bijenorchissen in grotere aantallen dan anders. Waarschijnlijk was dit te wijten aan de zachte winter. Deze orchidee overwintert namelijk als rozet, waardoor ze gevoelig is voor strenge vorst. Ook deze winter is erg zacht, wat gunstig is voor de uitbreiding van de populatie. Aan het aantal rozetten te zien, staat ons een mooi bloeiseizoen te wachten.


Bijenorchis (foto: Twan Teunissen)

Op de Landtong spelen spontane ontwikkelingen onder invloed van begrazing, neerslag, droogte, wind en vorst een hoofdrol. In plaats van de mens zijn het hier natuurlijke processen die bepalen welke bloem, boom of struik waar kan groeien. Spontane kieming, onderlinge concurrentie, vraat, natuurlijke successie, verdroging, verdrinking, storm, kou en brand bepalen het beeld van dynamische graslanden, struwelen en bosjes die op de Landtong groeien en bloeien.


Wortelrozet van bijenorchis (foto: Ronald Bakker)

De bijenorchis is niet de enige orchidee die in het jaarrond begraasde gebied voorkomt. Ook moeraswespenorchis, brede wespenorchis, rietorchis en vleeskleurige orchis hebben er een plaats gevonden.


Landtong Rozenburg (foto: Leo Linnartz)

Wie zelf de natuur op de Landtong Rozenburg wil ontdekken is van harte welkom. Het natuurgebied van Havenbedrijf Rotterdam is vrij toegankelijk op en buiten wegen en paden. Meer informatie op de websites van ARK en de herinrichting Landtong Rozenburg.

Tekst: Joost de Kurver, ARK Natuurontwikkeling
Foto's: Twan Teunissen, ARK Natuurontwikkeling; Ronald Bakker; Leo Linnartz, ARK Natuurontwikkeling

 

 

08 maart 2015

Nieuw! Kalender voor het beheren van orchideeënbiotopen
Bron:
Bericht uitgegeven door Werkgroep Europese Orchideeën

Orchideeënbiotopen beheren kan lastig zijn. Maar wat is het juiste tijdstip voor de geplande werkzaamheden? Met een speciale kalender geeft de W.E.O., per soort een overzicht wanneer je de beheerswerkzaamheden het beste kunt uitvoeren.

Orchideeënbiotopen beheren

In het vorige natuurbericht ging de W.E.O. in op het belang van communicatie. Dit is belangrijk zodat beheerders weten waar welke orchideeën staan. Van de terreineigenaren, gemeenten, provincies en natuurbeherende instanties wordt verwacht dat zij het juiste beheer toepassen én op het juiste tijdstip uitvoeren. Met name dit laatste punt zorgt vaak voor problemen. Door het meldpunt orchideeënverstoring heeft de W.E.O. de afgelopen jaren veel meldingen ontvangen over ongunstig beheer. Bijvoorbeeld door op een verkeerd tijdstip te maaien. Om beheerders een handvat te bieden, is de kalender voor beheer & onderhoud van orchideeënbiotopen ontwikkeld.


Kalender voor het beheren van orchideeënbiotopen (foto: Mark Meijrink)

Orchideeën beheren doe je zo!
De kalender legt je in drie stappen uit hoe je dat aanpakt, orchideeënbiotopen beheren. De sleutel is doelsoortsynchronisatie. Dit houdt in dat je de geplande beheerswerkzaamheden afstemt op de levenscyclus van orchideeën. Wanneer je de werkzaamheden het beste kunt uitvoeren, zie je op kalender. De kalender geeft een overzicht van alle soorten orchideeën die in Nederland voorkomen. Met stoplichtkleuren wordt per maand en per soort aangegeven of het verstandig is om de geplande beheerswerkzaamheden uit te voeren. 

De kalender is te bestellen bij de Werkgroep Europese Orchideeën.

Tekst & foto's: Mark Meijrink, Werkgroep Europese Orchideeën

 

6 februari 2015

Orchideeën buiten natuurgebieden; catastrofe of succes?
Bron:
Bericht uitgegeven door Werkgroep Europese Orchideeën

 

De afgelopen deccenia worden orchideeën in toenemende mate aangetroffen buiten natuurgebieden. Het betreft vaak de soorten Hondskruid, Bijenorchis, Bokkenorchis en Rietorchis. Orchideeënsoorten die net iets minder kritisch zijn dan hun broertjes en zusjes en gemakkelijk nieuwe locaties koloniseren. Ook buiten natuurgebieden zijn orchideeën beschermd middels de Flora en Faunawet. Doordat de plekken waar de orchideeën zich vestigen vaak een andere functie en/of bestemming hebben ontstaan er knelpunten.

Hoe kan het dat orchideeën zo goed gedijen buiten natuurgebieden?

De oplossing van dit vraagstuk ligt in de uitgangssituatie. Het voorkomen van orchideeën buiten natuurgebieden is vaak een gevolg van diverse zaken zoals inrichtingsmaatregelen en regulier beheer waardoor een goede basis wordt gecreëerd voor de vestiging van orchideeën. Denk aan de aanvoer of het opspuiten van kalkrijk zand, het maaien en/of begrazen van wegbermen, dijken, industrieterreinen en overhoekjes. Hoewel er geen allesomvattend antwoord is, kan gesteld worden dat veel maatregelen onbedoeld een goede uitgangssituatie bieden voor (de vestiging van) orchideeën.


Bijenorchis in een bloemrijke dijkvegetatie (foto: Mark Meijrink)

De orchideeën komen er al voor, waarom dan het beheer aanpassen?

Een stelling die veel wordt ingenomen. Het beheer kan niet ongunstig zijn wanneer er orchideeën voorkomen. Dit is slechts ten dele juist. Het gevoerde beheer bestaat vaak uit een aaneenschakeling van toevalligheden, dat niet is gericht op het instandhouden van een orchideeënstandplaats. Tot slot is er vaak zand aangevoerd, opgespoten of zijn plekken vergraven waardoor orchideeën zich hebben gevestigd. Eenmaal aanwezig leiden de planten vaak een suboptimaal bestaan en verdwijnen binnen enkele jaren wanneer er geen gericht beheer plaatsvindt. De planten bezitten namelijk ondergrondse (wortel)knollen waarin reservevoedsel opgeslagen is. Het afmaaien en/of begrazen gedurende de bloei leidt wellicht niet direct tot sterfte van een plant. Wel wordt de plant verzwakt en, indien er meerdere jaren achtereenvolgend ongunstig beheer plaatsvindt, kan dit alsnog tot sterfte leiden. De weg naar succes bestaat voor een deel uit gericht beheer.


Rietorchis komt vaak voor op vochtige standplaatsen in bermen en (stads)parken (foto: Mark Meijrink)

Communication breakdown?

De Werkgroep Europese Orchideeën heeft de afgelopen jaren meldingen verzameld van verstoring en vernieling van orchideeënstandplaatsen buiten natuurgebieden. In veel gevallen kon de verstoring met gericht beheer voorkomen worden. Aan de basis staat echter een belangrijker issue, namelijk communicatie. In nagenoeg alle gevallen was de terreineigenaar niet op de hoogte van het voorkomen van de planten. Omwonenden, toevallige voorbijgangers, etc., bleken vaak wel van het bestaan van de planten te weten. Echter pas wanneer het fout ging berichtten zij de terreineigenaar. Het is daarom belangrijk dat, wanneer je een orchidee aantreft, dit te melden bij de terreineigenaar. Het verdient voorkeur dit zowel persoonlijk/telefonisch te melden alsmede schriftelijk. Indien het toch fout gaat kan terug worden gegrepen op een email als bewijs waaruit blijkt dat de terreineigenaar wel degelijk op de hoogte werd gesteld. Dit laatste komt slechts in uitzonderlijke gevallen voor, namelijk dat er bewust plekken met orchideeën worden verstoord en/of vernield. Probeer daarom altijd een dialoog aan te gaan. Het tweede bestanddeel van succesvol beheer bestaat uit communicatie.


Gericht beheer kan leiden tot successen, zoals op de foto: een wegberm met Brede orchis in Friesland (foto: Mark Meijrink)

Tekst en foto's: Mark Meijrink, Werkgroep Europese Orchideeën

 

14 januari 2015

Orchideeën tellen doe je in de winter!
Bron:
Bericht uitgegeven door Werkgroep Europese Orchideeën

De wintermaanden zijn niet de meest spannende maanden voor floraliefhebbers. Veel planten zijn bovengronds afgestorven. Wat veel mensen echter niet weten is dat deze maanden uitermate geschikt zijn voor het tellen van diverse orchideeënsoorten.

Wintermaanden is bladrozettentijd
Een deel van de orchideeën die in Nederland voorkomen, zijn ook in de winter zichtbaar. Deze groep orchideeën overwinteren namelijk als bladrozet. Doordat de omringende vegetatie in de winter vaak laag is, vallen de bladrozetten makkelijker op. Een goed tijdstip om een bestaande populatie ook eens in de winter te bezoeken, of om te zoeken naar uitbreiding van de populatie.


Niet alle soorten zijn uitblinkers met het formaat van de bladrozetten: klein maar fijn zijn Harlekijn (links) en Herfstschroeforchis (rechts)
(foto: Mark Meijrink)

Orchideeënsoorten met bladrozetten in de winter
De volgende orchideeënsoorten kun je in de winter als bladrozet vinden:

 

Waarom in de wintermaanden tellen en niet wanneer planten bloeien?
Dit is een vraag die terecht gesteld kan worden: bloeiende planten zijn immers een stuk aantrekkelijker dan bladrozetten. Toch zijn de bloeiende planten vaak een fractie van het werkelijke aantal. Die vind je alleen door de bladrozetten te tellen. Er zijn nog veel meer redenen om in de winter te tellen:


Bijenorchis (Ophrys apifera) is een van de meest algemeen voorkomende orchideeën met een bladrozet in de winter
(foto: Mark Meijrink)

Waarnemingen doorgeven?
Waarnemingen van orchideeën kun je doorgeven via de invoerportalen van waarneming.nl en telmee.nl. Twijfel je over je determinatie? Post een foto van het bladrozet op het forum van de WEO. De WEO is ook geïnteresseerd in meer gedetailleerdere telling van populaties (inclusief verhouding bladrozetten en bloeiende planten). De resultaten ontvangen we graag per e-mail

Tekst en foto's: Mark Meijrink, Werkgroep Europese Orchideeën

 

18 november 2014

Goed jaar voor Bleke bosvogeltjes
Bron:
Bericht uitgegeven door Werkgroep Europese Orchideeën

In 2014 hebben enkele leden van de Werkgroep Europese Orchideeën onderzoek gedaan naar het voorkomen van bosvogeltjes, een zeldzame groep orchideeën met sierlijke bloemen die hoofdzakelijk in Zuid-Limburg wordt aangetroffen. Van het Bleek bosvogeltje werden behoorlijk wat exemplaren aangetroffen. Het Wit bosvogeltje werd op slechts enkele plaatsen aangetroffen. Ronduit teleurstellend was dat het Rood bosvogeltje nergens werd aangetroffen.

Bosvogeltjes zijn planten, maar spreekwoordelijk is de vogel op veel plekken wel gevlogen. Zo werd het Rood bosvogeltje (Cephalanthera rubra) midden jaren tachtig voor het laatst aangetroffen in de omgeving van Dordrecht. Wit bosvogeltje (Cephalanthera longifolia) werd recentelijk gevonden in Drenthe en Gelderland. Daarnaast zijn er meldingen van Wit bosvogeltje uit Zuid-Limburg. Enkele leden van de Werkgroep Europese Orchideeën hebben oude vindplaatsen geactualiseerd en hebben hiervoor kilometerhokken bezocht waarin bosvogeltjes werden aangetroffen. Er is geen onderscheid gemaakt tussen historische vindplaatsen en meer recente. Maar heeft dat wel zin? Vindplaatsen bezoeken waar begin 1900 een soort voor het laatst werd aangetroffen?


Bleek bosvogeltje (Cephalanthera damasonium) (foto: Menko van der Leij)

Voorlopige resultaten onderzoek In 2014 is een deel van de kilometerhokken onderzocht. Er zijn hokken bezocht voor de soorten Bleek, Rood en Wit bosvogeltje. 19 van de 35 hokken zijn bezocht voor de soort Bleek bosvogeltje (Cephalanthera damasonium). In een enkel geval werd de soort teruggevonden op een historische locatie. Op de reeds bekende plekken werden in 2014 aanzienlijk meer exemplaren aangetroffen dan in de voorgaande jaren. Op sommige plekken is het aantal planten bijna explosief toegenomen. 6 van de 13 bezoeken aan een kilometerhok waren gewijd aan het Wit bosvogeltje. Op één locatie werd de soort teruggevonden op een historische vindplaats. Het betreft een locatie waar de soort begin 1900 voor het laatst werd gemeld. Het betrof een relatief fors en bloeiend exemplaar. Op een andere locatie werd eveneens een bloeiend exemplaar aangetroffen, ditmaal betrof het een geheel nieuwe locatie. In beide gevallen betreft het een natuurlijk ogende standplaats. Het is onduidelijk of de soort beide vindplaatsen spontaan heeft bereikt. Voor het Rood bosvogeltje zijn alle 5 kilometerhokken bezocht waarin de soort voorheen werd aangetroffen. Er zijn geen planten aangetroffen.


Wit bosvogeltje (Cephalanthera longifolia) (foto: Mark Engels)

Tot slot Het onderzoek is relatief succesvol gebleken en heeft leuke waarnemingen opgeleverd. In twee gevallen werden kilometerhokken op een positieve wijze geactualiseerd en is een soort teruggevonden. Opmerkelijk zijn de twee vondsten van het Wit bosvogeltje. In beide gevallen betreft het een natuurlijk ogende standplaats. Het is onduidelijk of de soort beide vindplaatsen spontaan heeft bereikt. Wel dient te worden vermeld dat alle bosvogeltjes in hoge mate afhankelijk zijn van schimmels gedurende alle levensstadia. Gewoonweg verplanten leidt altijd tot sterfte van een plant. Daarnaast is het kwekers tot op heden nog niet gelukt om soorten uit het geslacht Cephalanthera (bosvogeltjes) te kweken op een speciale voedingsbodem. Het is daarom waarschijnlijk dat de plant(en) zich middels een natuurlijke cyclus op de locaties gevestigd hebben (dat wil zeggen: gekiemd zijn uit zaad). Hoe het zaad is aangevoerd (bewust of onbewust) of dat er sprake is van een zaadbank, dat blijft onduidelijk. In 2015 zullen de resterende kilometerhokken worden bezocht.

Tekst: Mark Meijrink, Werkgroep Europese Orchideeën Foto's: Menko van der Leij; Mark Engels

 

 

2 oktober 2014

Orchidee vernoemd naar Jane Goodall
Bron: Powervrouwen en Hortus Leiden
Bericht uitgegeven door Dirkje van Bennekom op 2 oktober 2014 om 13:42

 


Jane Goodall

Wetenschappers van Naturalis Biodiversity Center en Hortus botanicus Leiden heben een orchidee die in 2003 in Papoea-Nieuw-Guinea werd ontdekt, vernoemd naar Jane Goodall. Zij is VN-vredesambassadeur en ze staat in de top-10 van de meest invloedrijke vrouwen ter wereld. De Britse Goodall is het bekendste vanwege haar 40-jarige studie van het sociale en familiale leven van de chimpansee. Ze was directrice van het Jane Goodall Institute in het Gombe Stream National Park in Tanzania. De orchidee is naar haar vernoemd vanwege haar onafgebroken inzet voor het behoud van biodiversiteit en natuurbescherming.


Dendrobium goodallianum

De orchidee, ontdekt door dr. E.F. de Vogel en Art Vogel, bloeit slechts één dag en ruikt naar kokos. Zodra de orchidee bloeit, zal deze achter glas getoond worden aan het publiek.

Wetenschappelijke beschrijving

De orchidee Dendrobium goodallianum werd beschreven in het vaktijdschrift Malesian Orchid Journal Vol. 14 (2014) door Ed de Vogel en Rogier van Vugt. Esmée Winkel maakte de bijbehorende wetenschappelijke tekening waarvoor zij tijdens de Botanical Images Scotia tentoonstelling (BISCOT) in Edinburgh een gouden medaille kreeg.

Seeds of Hope

Onlangs publiceerde Jane Goodall het boek Seeds of Hope: Wisdom and Wonder from the World of Plants waar de Kaschef van Hortus Botanicus Rogier van Vugt een bijdrage aan leverde. Het boek beschrijft de belangrijke rol die bomen en planten spelen in onze wereld.

 

24 september 2014

Almere krijgt alsnog waarschuwing voor afmaaien orchideeën
Bron:
Bericht uitgegeven door Werkgroep Europese Orchideeën op woensdag 24 september 2014

 

Eind mei constateerden meerdere leden van de Werkgroep Europese Orchideeën afzonderlijk van elkaar dat nabij Almere orchideeën waren afgemaaid. Joop ten Dam deed namens de W.E.O. aangifte van de overtreding. Wat vooraf ging In eerste instantie werd melding gedaan bij de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (NVWA). Hoewel de organisatie bevoegd is om op te treden, werd al snel medegedeeld dat er alleen actie ondernomen wordt wanneer er geen sprake is van een zogenaamde "heterdaad"-casus. Daarnaast is het orgaan ernstig onderbemand en nauwelijks in staat zich te laten gelden in dergelijke zaken. Om deze reden werd de kwestie ook aanhangig gemaakt bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (R.V.O.) team Handhaving Dier, Natuur en Handhavingsregie.

Vleeskleurige orchis Dactylorhiza incarnata subsp. incarnata (foto: Rien Schot) Rietorchis Dactylorhiza majalis subsp. praetermissa nabij Almere (foto: Rien Schot)

Tienduizenden orchideeën afgemaaid in bloeiperiode

De vindplaats nabij de Hollandse Brug is al jaren bekend bij diverse leden van de Werkgroep Europese Orchideeën. Rien Schot en Karel Kreutz, beide orchideeënkenners en lid van de W.E.O. bezochten eind mei de bewuste groeiplaats om te constateren dat alle orchideeën afgemaaid waren. Op de plek groeien tienduizenden exemplaren van Moeraswespenorchis (Epipactis palustris), honderden exemplaren van zowel Rietorchis (Dactylorhiza majalis subsp. praetermissa) als Vleeskleurige orchis (Dactylorhiza incarnata subsp. incarnata).


Locatie met afgemaaide orchideeën nabij Almere.
Op de voorgrond een Vleeskleurige orchis die gespaard bleef (foto: Rien Schot)

Zijn de orchideeën nu blijvend beschadigd?

Op de groeiplaats zijn Vleeskleurige en Rietorchis gedurende de bloeiperiode afgemaaid. Hoewel vaak aangenomen wordt dat het afmaaien van orchideeën geen blijvende schade tot gevolg heeft, kan het tegendeel ook niet bewezen worden. Afmaaien van planten zou namelijk niet leiden tot beschadiging van de ondergrondse wortelstokken. Wel worden populaties verzwakt doordat zaadzetting niet plaats kan vinden. Daarnaast is de maaiactie in dit geval bijzonder grof uitgevoerd met insporing als gevolg. Hierdoor wordt de grond van het terrein plaatselijk verdicht en kan er wel degelijk schade ontstaan aan ondergrondse delen.


Afgemaaide orchideeën, let op insporing (foto: Rien Schot)

Mag er dan helemaal niks meer als er orchideeën staan?

In Nederland zijn specifieke planten- en diersoorten beschermd middels de Flora- en faunawet. Hiervoor gelden zogenaamde verbodsbepalingen zoals het niet vernielen, verplaatsen, in bezit hebben van etcetera, die moeten zorgen voor een gunstige staat van instandhouding. Wanneer werkzaamheden plaatsvinden die (mogelijk) schade tot gevolg hebben aan een beschermde soort is het aanvragen van een ontheffing nodig. Dit zou betekenen dat voor iedere maaibeurt een ontheffing aangevraagd moet worden. Een situatie die niet wenselijk is met veel bureaucratische rompslomp als gevolg. Reguliere werkzaamheden zoals maaien vallen onder de noemer 'bestendig beheer en onderhoud'. Wanneer een gemeente gebruik maakt van een door het ministerie goedgekeurde gedragscode, hoeft geen ontheffing voor de Flora- en faunawet aangevraagd te worden, mits de werkzaamheden vallen onder bestendig beheer en onderhoud en aan de randvoorwaarden wordt voldaan. Deze bestaan onder andere uit een inventarisatie-inspanning waarmee de verspreiding van beschermde soorten in kaart wordt gebracht. Komen er beschermde soorten voor dan dienen er specifieke maatregelen getroffen te worden om schade aan de beschermde soorten te voorkomen. De W.E.O. roept de gemeente op om zich aan de door haar ingediende en goedgekeurde gedragscode uit 2009, te houden (Omgaan met beschermde planten en dieren in Almere).

Voorkomen is beter dan genezen

Een zaak zoals bovenstaand had gemakkelijk voorkomen kunnen worden. Het is onduidelijk of er voorafgaand aan het maaien onderzoek naar het voorkomen van orchideeën is gedaan. De locatie is namelijk al jaren bekend bij vele mensen (ook buiten de W.E.O.). Kortom de initiatiefnemer had kunnen en moeten weten dat er beschermde soorten aanwezig zijn. Daarnaast is het niet de eerste keer dat op dezelfde locatie orchideeën afgemaaid worden. De gemeente Almere heeft om deze reden een officiële waarschuwing gekregen van de R.V.O. Tevens deelt de R.V.O. mede dat wanneer in de toekomst wederom een overtreding plaatsvindt, er bestuursrechtelijke stappen zullen worden genomen. De Werkgroep Europese Orchideeën vindt het vervelend dat ondanks herhaaldelijke verzoeken bij de gemeente er geen gehoor wordt gegeven aan de bescherming van groeiplaatsen met orchideeën. Ondanks dat de gemeente een gedragscode heeft waarin beschreven staat hoe zij omgaat met beschermde planten en dieren, doet de praktijk hier afbreuk aan. De gedragscode schrijft namelijk voor dat er zorgvuldig gehandeld wordt wanneer er beschermde soorten aanwezig zijn. Ook schrijft zij voor dat er geen afbreuk gedaan wordt aan de gunstige staat van instandhouding. De W.E.O. vindt de situatie zorgelijk en houdt de kwestie nauwlettend in de gaten. Tot slot wil de W.E.O. via deze weg haar kennis en expertise aanbieden en graag samen met de gemeente zoeken naar een oplossing.

Tekst: Mark Meijrink, Werkgroep Europese Orchideeën

 

 

 

6 juli 2014

Nieuwe orchidee voor Nederland ontdekt
Bron:
Bericht uitgegeven door Zuid-Hollands Landschap, Bureau Waardenburg & Floron op zondag 6 juli 2014

Nieuwe orchidee voor Nederland ontdekt Bericht uitgegeven door Zuid-Hollands Landschap, Bureau Waardenburg & Floron op zondag 6 juli 2014 Tijdens een inventarisatie van een natuurterrein van het Zuid-Hollands Landschap langs de Lek in juni, is een groeiplaats ontdekt van een orchidee die nog niet eerder in Nederland en Europa is gevonden. Het gaat om een uit Amerika afkomstige schroeforchis met de wetenschappelijke naam Spiranthes lucida. Een Nederlandse naam moet zij nog ontberen, die wordt in overleg met onze zuiderburen toegekend.


Spiranthes lucida habitus (foto: Rien Schot)

Op de groeiplaats van Spiranthes lucida staan 27 planten, waarvan 12 bloeiend. De planten zijn hier waarschijnlijk al enige tijd aanwezig, omdat schroeforchissen jaren nodig hebben om tot bloei te komen. Het is de tweede keer in korte tijd dat een Amerikaanse schroeforchissoort in Nederland opduikt. In 2011 werd namelijk in Twente al de Welriekende schroeforchis (Spiranthes cernua) ontdekt.

Herkenning
Spiranthes lucida is een kleine schroeforchis met glanzende bladeren en witte bloemen met een grote gele vlek op de lip. Daarmee onderscheidt zij zich van de in Nederland inheemse Herfstschroeforchis (Spiranthes spiralis) en Zomerschroeforchis (Spiranthes aestivalis) en ook van de Welriekende schroeforchis (Spiranthes cernua). Spiranthes lucida bloeit vroeger dan de andere soorten, namelijk van mei tot juli.

 


Spiranthes lucida; detail bloeiwijze (foto: Rien Schot)

Herkomst
Spiranthes lucida is inheems in het oosten van Canada en de Verenigde Staten. Hier groeit zij op vochtige, kalkrijke rivier- en beekoevers, in moerassen en in groeven. De groeiplaats langs de Lek komt hiermee overeen. Hoe deze orchideeënsoort in Nederland terecht is gekomen is nog een raadsel. De soort wordt, in tegenstelling tot de Welriekende schroeforchis, niet commercieel gekweekt en verhandeld. Verwildering uit kweek ligt voor Spiranthes lucida dus minder voor de hand. Welke weg de sporen van deze orchidee dan wel hebben gevolgd blijft vooralsnog een groot mysterie.

Meer lezen
Een artikel over deze vondst is in voorbereiding en zal te zijner tijd worden vermeld op www.floron.nl
Een interview met de vinder is te beluisteren op http://vroegevogels.vara.nl/Radio.947.0.html

Tekst: Minne Feenstra, Bureau Waardenburg & Edwin Dijkhuis, Floron Foto’s: Rien Schot

 

3 juli 2014

Goed jaar voor Nederlandse orchideeën
Bron:
Bericht uitgegeven door Werkgroep Europese Orchideeën op donderdag 3 juli 2014

2014 blijkt een topjaar te zijn voor orchideeën. Veel soorten zijn explosief toegenomen of doken op nieuwe locaties op, zoals Bleek bosvogeltje, Aapjesorchis en Bijenorchis.

Hoge aantallen
In mei troffen leden van de WEO op veel plaatsen Bleek bosvogeltje aan. Het aantal planten was op veel plaatsen enorm toegenomen in vergelijking tot voorgaande jaren. Doordat leden van de WEO regelmatig deze plekken bezoeken en planten tellen is een vergelijking makkelijk te maken. Plaatselijk nam het aantal planten toe van een handjevol naar 80 tot 90 bloeiende exemplaren.


Bleek bosvogeltje (foto: Mark Meijrink)

Bijenorchis & Aapjesorchis
Ook de zogenaamde "wintergroene" orchideeën deden het uitzonderlijk goed. Zo werd Aapjesorchis weer op een bekende plek aangetroffen. Spectaculair is de opmars van Bijenorchis. Ook dit jaar dook de soort op nieuwe plekken op. Carl Zuhorn (boswachter van Staatsbosbeheer op Vlieland) maakte middels deze tweet melding van Bijenorchis op Vlieland. Bijenorchis was op Vlieland nog niet eerder waargenomen. De soort heeft de afgelopen vijf jaar al drie waddeneilanden (Texel, Vlieland en Terschelling) gekoloniseerd. Meestal ging het om enkele planten, maar op Vlieland werden meer dan 40 planten gevonden.


Bijenorchis (foto: Mark Meijrink)

Strenge en zachte winters
Een mogelijke verklaring voor het topjaar is te verklaren door de zachte winterperiode. Alle wintergroene orchideeën overwinteren met een bladrozet en lopen vaak vorstschade op in strenge winters. Dat houdt echter niet in dat strenge winters per definitie slecht zijn. De lange winter van 2012-2013 zorgde ervoor dat de vegetatie pas laat tot ontwikkeling kwam. Hierdoor is mogelijk de vegetatiestructuur verandert ten gunste van soorten die overwinteren als bladrozet.


(foto: Mark Meijrink)

Bijenorchis in hoge opgaande vegetatie. Op dergelijke plekken heeft de soort waarschijnlijk geprofiteerd van de lange winter in 2013

Tekst & foto's: Mark Meijrink, Werkgroep Europese Orchideeën

 

 

1 mei 2014

Bosvogeltjes en Orchideeën; Niet alle bosvogeltjes vliegen


Bron:
Bericht uitgegeven door Werkgroep Europese Orchideeën

Bosvogeltje is een zeldzame groep orchideeën met sierlijke bloemen. Wie wat fantasie heeft ziet in de bloemen een vogel die zo lijkt weg te vliegen. Bosvogeltjes komen hoofdzakelijk in Zuid-Limburg voor in zonnige bosranden en bossen. In 2014 doet de W.E.O. onderzoek naar deze fascinerende groep orchideeën.

Wit, bleek & rood
In Nederland komen drie soorten bosvogeltjes voor. Bleek bosvogeltje (Cephalanthera damasonium), Wit bosvogeltje (Cephalanthera longifolia) en Rood bosvogeltje (Cephalanthera rubra). De twee laatstgenoemde bosvogeltjes komen nog slechts op enkele plaatsen voor.


Bleek bosvogeltje (Cephalanthera damasonium) (foto: Mark Engels)

 

Bleek bosvogeltje
Bleek bosvogeltje (Cephalanthera damasonium) komt alleen voor in Zuid-Limburg. De soort wordt voornamelijk aangetroffen in zonnige bosranden, onder hakhout en soms in verruigde delen van kalkgraslanden of graften. De bloemen zijn bleek wit, gaan zelden ver open en laten zich nog het best vergelijken met de bloemen van een tulp. 

Vegetatieve planten worden vaak verward met de zeer algemene Brede wespenorchis (Epipactis helleborine). Een bruikbaar onderscheidend kenmerk zijn de bladrandpapillen. Bij Bleek bosvogeltje ontbreken deze papillen. De bladrandpapillen van Brede wespenorchis zijn met het blote oog of loepje zichtbaar.  

Wit bosvogeltje
Een van de zeldzamere bosvogeltjes is het Wit bosvogeltje (Cephalanthera longifolia). De soort bezit helder witte bloemen die in de regel ver open gaan. De afgelopen jaren is de soort op twee nieuwe plekken opgedoken, op een campingterrein in het midden van het land en in het midden (Veluwe) en noorden (Drenthe) van het land.


Wit bosvogeltje (Cephalanthera rubra) (foto: Mark Meijrink)

Rood bosvogeltje
De laatste soort van de drie bosvogeltjes komt helaas niet meer in het wild voor in Nederland. In een heemtuin nabij Oostvoorne is de soort nog wel aanwezig. Net als bij Wit bosvogeltje gaan de bloemen relatief ver open. Hoewel de soort "rood" bosvogeltje heet zijn de bloemen eerder roze van kleur dan rood.

Verspreidingsonderzoek en actualisatie
De komende maand gaan enkele leden van de W.E.O. op pad om historische groeiplaatsen van deze groep planten te actualiseren. Op locaties waar de soort al enige tijd niet meer is waargenomen zullen kansrijke plekken worden onderzocht op het voorkomen van planten.

Ook een bosvogeltje gevonden? Geef je waarneming door op Waarneming.nl.

Tekst: Mark Meijrink, Werkgroep Europese Orchideeën
Foto's: Mark Engels; Mark Meijrink

 

 

8 april 2014

Record vroege bloei orchideeën Harlekijn en Mannetjesorchis


Bron:
Bericht uitgegeven door Werkgroep Europese Orchideeën

De eer van vroegst bloeiende orchidee komt dit jaar toe aan Mannetjesorchis en Harlekijn op 4 april, beide zijn hiermee ongekend vroeg in bloei. In 2012 deed de Werkgroep Europese Orchideeën melding van de bloei van een Kleine keverorchis op 14 april. In 2013 bleek Kleine keverorchis eveneens de vroegst bloeiende orchidee van Nederland te zijn en wel op 11 april.

 

Mannetjesorchis (foto: Eric Hartgers)
Mannetjesorchis (foto: Eric Hartgers)

Mannetjesorchis
Geheel tegen de verwachtingen in, trof Mark Meijrink van de Werkgroep Europese Orchideeën op 4 april Mannetjesorchis aan in Zuid-Limburg. In bloei wel te verstaan! Van deze soort was al wel bekend dat zij tot de vroege soorten behoort, maar 4 april is ongekend vroeg. In 2009 deed Mark Engels melding van Mannetjesorchis in bloei op 14 april.

Harlekijn
Op Twitter deed boswachter Dirk Fluijt melding van Harlekijn: Op Schouwen-Duivenland staan de eerste ‘Harlekijntjes’ al in bloei. Gezien de foto stonden de planten waarschijnlijk al vóór 4 april in bloei. Misschien al wel in maart! Dat zou een ongeëvenaard record zijn. Hoewel eerdere vroege meldingen van bloeiende planten alle betrekking hadden op de maand april (11 april vroegst geregistreerde bloeiende Harlekijn), ontbreken er meldingen van bloeiende planten in maart.

Harlekijn (foto: Mark Meijrink)
Harlekijn (foto: Mark Meijrink)

Vroege bloeiers
Dat enkele orchideeënsoorten vroege bloeiers kunnen zijn bleek ook al uit een eerder natuurbericht. Kleine keverorchis (Neottia cordata) wordt in de regel al vanaf de tweede week van april bloeiend aangetroffen op de Waddeneilanden. Overige vroegbloeiers zijn Harlekijn (Anacamptis morio) en Brede orchis (Dactylorhiza majalis subsp. majalis). Beide soorten bloeien medio april.

Wat kunt u nog verwachten?
Door het achterwege blijven van een echte winter bloeien veel planten eerder dan voorgaande jaren. Orchideeën vormen hierop geen uitzondering. De komende tijd wordt het dus uitkijken naar bloeiende planten van Harlekijn, Kleine Keverorchis, Brede orchis en Mannetjesorchis. Heb je ook orchidee in bloei gezien? Meld je vondst dan op www.waarneming.nl.

Tekst: Mark Meijrink, Werkgroep Europese Orchideeën
Foto’s: Eric Hartgers; Mark Meijrink

 

 

 

4 maart 2014

Wintergroene orchideeën; Deel 2; Bijenorchis en Vliegenorchis


Bron:
Bericht uitgegeven door Werkgroep Europese Orchideeën

Van een (echte) winter is al enkele weken geen sprake meer. Met de komst van de meteorologische lente nemen we nogmaals de wintergroene orchideeën onder de loep. Ditmaal worden Bijen- en Vliegenorchis belicht.

Hoe te herkennen?

Van alle inheemse orchideeën spreken Bijenorchis (Ophrys apifera) en Vliegenorchis (Ophrys insectifera) het meest tot de verbeelding. Met name de vorm van de bloem wijkt af van andere inheemse soorten die veelal een rijkbloemige bloeiaar bezitten. Dit in tegenstelling tot Bijenorchis en Vliegenorchis waarbij de bloem op een insect en de bloeiaar relatief armbloemig is. Bijenorchis heeft een vrij bolle lip, met roze bloemdekbladen. Hoewel je met veel fantasie er een bij in zou kunnen ontdekken heeft de bloem van de Bijenorchis geen specifieke functie. Vliegenorchis daarentegen bezit een minder kleurrijke bloem. De lip is nagenoeg donkerbruin met een donker- tot lichtblauwe spiegel. De bloemdekbladen zijn groen van kleur, net als de rest van de plant. Bij Vliegenorchis heeft de bloem wel een functie, namelijk het lokken van mannelijke graafwespen. Deze zien de bloem voor een vrouwtje aan en zullen al snel proberen met de bloem te paren. Naast visuele verleiding verspreid de bloem ook feromonen. Dit zijn sekslokstoffen die de mannetjes van ver ruiken. Doordat de mannetjes wild de liefde bedrijven met de bloem krijgen zij stuifmeelklompjes opgeplakt. De mannelijk graafwespen trappen nog vaak in deze val waardoor de stuifmeelklompjes verspreid worden.


Vliegenorchis (foto: Mark Engels)

Groeicyclus

In de vroege herfst (medio oktober) zijn de eerste bladrozetten van Bijenorchis reeds bovengronds aanwezig. Vliegenorchis volgt pas veel later. Omstreeks de kerstdagen verschijnen de eerste bladen bovengronds. ‘s Winters vindt er een winterrust plaats. Dit houdt in dat het bladrozet niet verder groeit. Pas in het late voorjaar ontwikkelt zich een bloeiaanzet. Het voorjaar is overigens de beste periode om te zoeken naar deze planten. De omringende vegetatie is dan laag, en de frisgroene rozetten vallen dan sneller op in de nog grauwe omringende vegetatie. Een bijkomend voordeel is dat je in het voorjaar ook de jonge planten mee kan tellen. Deze planten zullen niet bloeien en worden om deze reden vaak gemist met tellingen.


Bijenorchis (foto: Mark Meijrink)

Verspreiding

De afgelopen decennia is het aantal vindplaatsen van Bijenorchis enorm toegenomen. De soort heeft zich inmiddels al op enkele waddeneilanden gevestigd. Het aantal vindtplaatsen van Vliegenorchis daarentegen toont een tegenovergestelde trend. De afgelopen dertig jaar is het aantal vindplaatsen van 19 teruggelopen naar 5. Daarnaast worden op de meeste plekken ieder jaar slechts één of een handjevol planten aangetroffen waardoor deze populaties erg kwetsbaar zijn. Hierdoor hebben natuurorganisaties een hoge verantwoordelijkheid ten opzichte van het behoud en herstel van vliegenorchispopulaties. Iets dat helaas soms gepaard gaat met vallen en opstaan.

Beheer

De werkgroep zet zich sinds enkele jaren samen met Staatsbosbeheer in voor behoud en herstel van een populatie Vliegenorchis in Zuid-Limburg. Door samen kleinschalig beheer toe te passen in een kalkgrasland lijkt een kwetsbare populatie weer op te krabbelen en zijn de aantallen bloeiende planten vertweevoudigd.

Wintergroen?

Formeel gezien is wintergroen wellicht niet geheel de juiste benaming voor deze groep planten. Wintergroen wordt vaak gebruikt voor een groep planten die bladhoudend is. Wintergroene orchideeën zijn niet bladhoudend maar overwinteren als bladrozet. De komende periode belicht de W.E.O. nog de duo's, Harlekijn - Hondskruid en Aapjesorchis - Poppenorchis.

Tekst: Jos Lammers, Mark Meijrink (red.), Werkgroep Europese Orchideeën
Foto's: Jos Lammers

 

 

4 februari 2014

Wintergroene orchideeën; Deel 1


Bron:
Bericht uitgegeven door Werkgroep Europese Orchideeën

De winter is vaak een grauwe en grijze periode voor plantenliefhebbers. Wat veel mensen niet weten is dat er in Nederland een aantal zogenaamde ‘wintergroene’ orchideeënsoorten voorkomen. In het eerste deel belichten we de Bokkenorchis.

Hoe te herkennen?

Bokkenorchis in de Kennemerduinen (foto: Jos Lammers) De Bokkenorchis (Himantoglossum hircunum) onderscheidt zich van andere soorten door de karakteristieke bloemen die voorzien zijn van een lang spiraalvormig gewonden lip. De grote planten zijn makkelijk te herkennen in de doorgaans vrij rijke vegetatie. De plant dankt zijn naam aan de bokkengeur die door de bloemen verspreid wordt. De bloei kan al half mei beginnen, met een uitloop tot eind juni begin juli. De bladeren van de plant zijn stevig en breed maar beginnen al tijdens de bloei geel te kleuren.


Bokkenorchis in de Kennemerduinen
(foto: Jos Lammers)

Groeicyclus

In het vroege najaar komen de planten al boven de grond en vormen relatief grote bladrozetten. In de loop van de maand mei ontwikkelt zich vanuit het bladrozet een bloeiaar. De ervaring leert dat dit alleen met de grote bladrozetten gebeurt, met vijf of meer rozetbladeren en een doorsnede van soms meer dan 20 centimeter. Eenmaal in volle bloei kan de Bokkenorchis een hoogte van wel 80 centimeter bereiken. Na de bloei ontwikkelen zich, afhankelijk van het succes van de bestuiving, een aantal zaaddozen en sterft de plant bovengronds geheel af. Verspreiding De afgelopen jaren zijn er steeds meer meldingen van vondsten van de Bokkenorchis in ons land. Waren er tot de jaren vijftig van de vorige eeuw af en toe meldingen uit Zuid-Limburg en de duinstreek ter hoogte van IJmuiden, tegenwoordig reiken de waarnemingen tot op Terschelling. De Bokkenorchis is daarmee te vergelijken met de, naar het noorden uitbreidende, Bijenorchis (Ophrys apifera).


Bokkenorchis heeft opvallende bloemen waarbij de lip lang en spiraalvormig is
(foto: Jos Lammers)

Beheer

Bokkenorchis heeft opvallende bloemen waarbij de lip lang en spiraalvormig is (foto: Jos Lammers) De Bokkenorchis komt op enkele plaatsen in wegbermen voor. Het toegepaste maaibeheer moet met deze wettelijk beschermde plant rekening houden. In het bloeiseizoen kan dan vanzelfsprekend niet gemaaid worden. Maar bovendien is het zaak het maaitijdstip af te stemmen op de rijping van het zaad en op de aanwezigheid van de rozetten. Dat betekent dat gemaaid moet worden na de zaadzetting en voordat de rozetten uitkomen die met maaien flinke schade zouden oplopen. Begin september is dan de beste periode.

Vrijwilligers

Jos Lammers is sinds enkele jaren initiatiefnemer van een groepje vrijwilligers die de gemeente helpt bij het beheer van Bokkenorchis. Door doelsoortsynchronisatie toe te passen en de gemeente van gerichte beheeradviezen te voorzien heeft de populatie Bokkenorchis zich uitgebreid. Ook weten hoe je orchideeënbiotopen buiten natuurgebieden beheert? De W.E.O. heeft onlangs een praktijkgids uitgegeven. Deze is nog te bestellen middels het forum van de Werkgroep. Binnenkort verschijnt hier ook een pdf-versie van de gids.

Wintergroen?

Formeel gezien is wintergroen wellicht niet geheel de juiste benaming voor deze groep planten. Wintergroen wordt vaak gebruikt voor een groep planten die bladhoudend is. Wintergroene orchideeën zijn niet bladhoudend maar overwinteren wel als bladrozet. De komende periode belicht de W.E.O. de duo's Bijenorchis - Vliegenorchis, Harlekijn - Hondskruid en Aapjesorchis - Poppenorchis.

Tekst: Jos Lammers, Mark Meijrink (red.), Werkgroep Europese Orchideeën
Foto's: Jos Lammers

 

16 november 2013

Nieuwkomer Nederlandse orchideeënflora houdt stand


Bron:
Bericht uitgegeven door Werkgroep Europese Orchideeën

In september 2011 berichtte de Werkgroep Europese Orchideeën over een nieuwe soort schroeforchis (Spiranthes) in Nederland. Dit jaar werd de soort wederom aangetroffen op een tweetal locaties.

Wat vooraf ging
In 2012 werden in het oosten van Nederland in een stukje nieuwe natuur enkele vreemde orchideeën aangetroffen. Na diverse bezoeken van W.E.O.-leden werd de indentiteit van de opmerkelijk Schroeforchissen vastgesteld op Spiranthes cernua (var. odorata). In Noord-Amerika noemen ze deze planten "Knikkende" of "Moerasschroeforchis". De variant "odorata" zou refereren aan de aangename geur. Bloemen ruiken naar vanille en/of jasmijn. De W.E.O. stelt voor om de naam “Welriekende schroeforchis” te gebruiken.


Welriekende schroeforchis of moerasschroeforchis (foto: Eric Hartgers)

Literatuuropgaven
Na een literatuurstudie bleek de soort in het verleden al eerder gemeld te zijn. Zo zijn er meldingen uit 1963 en 1966 in de buurt van Haren. Gorteria vermeldt het terrein "De Wolf". Tijdens een bijeenkomst van de W.E.O. is al eens geopperd dat de planten in de Hortus Botanicus van Haren hebben gestaan. Een snel rondje speurwerk levert op dat de Universiteit van Groningen in 1917 't Huis de Wolf kocht met een bijbehorend landgoed van 12 hectare. Het is dus zeer aannemelijk dat de planten aangetroffen werden op het terrein van de Hortus.

Huidige verspreiding
Inmiddels komt de Welriekende moerasschroeforchis voor op een tweetal locaties in Nederland, namelijk Noord-Brabant en in het oosten van Nederland. In 2011 werd de soort voor het eerst aangetroffen in het oosten van het land. Het ging toen om een handjevol planten. Inmiddels is de populatie uitgebreid tot wel 60 planten! In 2012 werd door een W.E.O.-lid ook melding gedaan van Welriekende schroeforchis in Noord-Brabant. De planten zijn tijdens een W.E.O.-bijeenkomst getoond en besproken onder leden. Het bleek ook hier om een Spiranthes cernua s.l. te gaan.

Authenticiteit planten
Het moge duidelijk zijn dat de Welriekende moerasschroeforchis een vreemde eend in de bijt is. Het betreft namelijk een soort die van oorsprong in Noord-Amerika voorkomt. In Amerika werd ook in de jaren 60 de cultivar "Chadd's Ford" voor het eerst gekweekt. Daarnaast worden Spiranthes cernua (var. odorata) en de cultivar ervan “ Chadd’s Ford” veelvuldig door tuincentra, kwekers en liefhebbers te koop aangeboden. De planten gedijen namelijk goed in het Nederlandse klimaat. Geef ze een plekje in de moeraszone van uw vijver en de planten vermeerderen zich makkelijk. Spiranthes cernua vermeerdert zich namelijk ook vegetatief door uitlopers. Toch moet sterk getwijfeld worden aan de authenticiteit van de planten in Nederland. Het is praktisch onmogelijk dat een soort uit Noord-Amerika zich, zonder hulp (dus op natuurlijke weg), middels een zaadbron vestigt op een ander continent (Nederland). Het is ook maar de vraag of de benodigde schimmels aanwezig zijn in de Nederlandse bodem. Orchideeënzaden hebben namelijk schimmels nodig om te kiemen.

Wat nog rest
Afgezien van de oorsprong is de Nederlandse (orchideeën) flora een soort rijker. Gezien het feit dat de planten stand te lijken houden zou het maar zo een blijver kunnen worden. Officieel is Spiranthes cernua var. odarata nog een exoot, weliswaar geen invasieve, maar wel een zeer fraaie exoot!

Tekst: Mark Meijrink, Werkgroep Europese Orchideeën
Foto: Eric Hartgers

 

 

1 september 2013

Nieuwe App om hooikoortsplant ambrosia te herkennen en te melden
Bron:

Hoewel het de echte natuurliefhebber misschien tegen de borst stoot, willen we een bericht om planten juist te vernietigen jullie niet onthouden.

Als orchideënliefhebbers lopen we veel in de vrije natuur rond, en kruipen en liggen soms op de meest onmogelijke plaatsen tussen het gras en riet om die éne foto van die wilde orchidee te maken. Tijdens onze kruip- en sluiptochten kunnen we een plant tegenkomen die enorme verlenging van het hooikoorstseizoen veroorzaakt te weten, de Ambrosia. En aangezien de webmaster van onze vereniging ook last van hooikoorts heeft, is er uiteraard ook een zeer sterk eigenbelang om dit bericht hier te plaatsen :-)

Ambrosia is een plant die zich vanuit Noord-Amerika in Zuid-Europa heeft gevestigd en zich van daaruit al jaren sterk uitbreidt. Een ambrosiaplant op een goede groeiplaats produceert zo’n 1,5 miljard sterk allergene stuifmeelkorrels die hooikoortsklachten kunnen veroorzaken bij mensen die daarvoor gevoelig zijn.

Lastig te herkennen
Sinds 2006 verzamelt Wageningen University via natuurkalender.nl ambrosiawaarnemingen. De ervaring leert dat veel mensen het moeilijk vinden om ambrosiaplanten te herkennen. Zo wordt regelmatig het veel voorkomende bijvoet voor ambrosia aangezien, maar ook planten als boerenwormkruid, melganzevoet en jacobskruiskruid worden met ambrosia verward. Naast het feit dat deze foute waarnemingen het ambrosiaonderzoek verstoren, zorgt een foute determinatie ook voor onrust bij de waarnemers en voor onnodige inspanningen bij groenbeheerders die de ambrosiaplanten willen verwijderen.

De ‘Ambrosia Alert’ App lost dit probleem op door gebruik te maken van het Determinator identificatiesysteem (www.determinator.wur.nl). Door een paar vragen te beantwoorden over bijvoorbeeld de kleur en vorm van de bladeren geeft de App direct aan of het om ambrosia gaat of niet. Bij de vragen staan foto’s en tekst die duidelijk maken wat bedoeld wordt. Ook iemand zonder enige plantenkennis is in staat om deze vragen te beantwoorden. Zodra de App vaststelt dat het om ambrosia gaat kunnen de waarneming en de foto die de waarnemer van de ambrosiaplant(en) maakt, direct via de App gemeld worden. Deze worden daardoor toegevoegd in de ambrosiadatabase van De Natuurkalender. De waarnemingen komen daarmee direct beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek naar ambrosia (crowd sourcing). De waarnemer kan haar/zijn eigen waarneming direct terugvinden op een kaart van Nederland waarop alle waarnemingen staan.

Lees verder en voor meer informatie, zie de website van natuurbericht

 

7 augustus 2013

Honingorchis voorgoed uitgestorven op Schiermonnikoog?
Bron:
Bericht uitgegeven door Werkgroep Europese Orchideeën

Afgelopen maand hebben leden van de Werkgroep Europese Orchideeën (W.E.O.) Schiermonnikoog bezocht om de Honingorchis (Herminium monorchis) te zoeken. Sinds 2003 is de soort namelijk niet meer op het eiland aangetroffen. In de periode 2003 -2013 is geregeld onderzoek gedaan naar het voorkomen van de orchidee op het eiland. Na diverse zoekacties lijkt de Honingorchis voorgoed te zijn uitgestorven op Schiermonnikoog. Op het eiland kwam de soort voor in diverse vochtige duinvalleien. Een deel van deze locaties zijn verloren gegaan door voortschrijdende successie, verdroging en verruiging van de vegetatie als gevolg hiervan. Honingorchis is namelijk gebonden aan relatief open vegetaties op een voldoende vochtige, kalkrijke bodem. 

 

Huidige verspreiding
Op dit moment komt de Honingorchis alleen nog voor in het Lauwersmeergebied. Afhankelijk van diverse factoren bloeien hier enkele tientallen tot wel 300 planten. Maar ook deze locatie heeft te kampen met voortschrijdende successie en natuurlijke ontkalking van het duinzand. Daarnaast zijn ook Reeën verzot op dit smakelijke hapje. Een deel van de planten was dus reeds verdwenen, al dus Hans Gartner (Staatsbosbeheer).

Toekomstperspectief
Het behoeft geen uitleg dat de toekomst voor een soort als Honingorchis er niet zo gunstig uit ziet. Op historische vindplaatsen zijn al tien jaar geen planten meer gevonden. Het opbrengen van maaisel uit het Lauwersmeergebied op Schiermonnikoog heeft (vooralsnog) geen resultaat gehad en de populatie in het Lauwersmeergebied blijft kwetsbaar. Binnen de W.E.O. is een levendige discussie ontstaan. De werkgroep onderzoekt op dit moment welke mogelijkheden er zijn om de soort te behouden.

Tekst en foto: Mark Meijrink, Werkgroep Europese Orchideeën

 

2 augustus 2013

Topjaar voor Groenknolorchis in de Grevelingen
Bron:

Bericht uitgegeven door FLORON

Op de eilandjes in het Grevelingenmeer wordt de aantalsontwikkeling van een aantal orchideeën al jaren nauwgezet gevolgd. Uit de tellingen blijkt dat 2013 voor de Groenknolorchis (Liparis loeselii) een absoluut topjaar is. Nooit eerder zijn hier zoveel exemplaren geteld. Voor zover bekend is de populatie hiermee de grootste van Nederland en misschien zelfs van Europa.

Het Grevelingenmeer is een voormalige zeearm, die met het gereedkomen van de Brouwersdam in 1971 werd afgesloten van de zee. Het water in het Grevelingenmeer is zout doordat er via een doorlaatsluis in de Brouwersdam zeewater in en uit kan stromen. Het getijverschil is echter grotendeels weggevallen en bedraagt nog slechts enkele centimeters. Het Grevelingenmeer is hiermee het grootste zoutwatermeer van Europa.


Bloeiende Groenknolorchis op de Veermansplaat in de Grevelingen (foto: Kees de Kraker)

De slikken en zandplaten in de voormalige zeearm worden sinds de afsluiting niet meer dagelijks door zeewater overspoeld en liggen als eilandjes in het Grevelingenmeer. Deze door Staatsbosbeheer beheerde zandplaten hebben zich ontwikkeld tot een paradijs voor orchideeën. Zeldzame soorten als Groenknolorchis, Harlekijn en Herfstschroeforchis hebben zich hier na de afsluiting spontaan gevestigd.

De Groenknolorchis is een soort van Bijlage 2 van de EU-Habitatrichtlijn. Het voorkomen van deze soort in de Grevelingen is mede aanleiding geweest om het gebied aan te wijzen als Natura 2000-gebied. Vooral de Veermansplaat is een belangrijk bolwerk voor de Groenknolorchis. Dit jaar werden er maar liefst ruim 40.000 exemplaren geteld. De overige eilandjes zijn, met aantallen variërend van enkele honderden tot enkele tientallen, van minder belang voor deze soort.

Het jaar 2012 was een relatief slecht jaar voor de Groenknolorchis in de Grevelingen. Op veel plaatsen werd een zeer sterke afname vastgesteld en op meer landinwaarts gelegen groeiplaatsen was de soort dat jaar afwezig. De voorjaarsdroogte zal daarbij zeker een rol gespeeld hebben. In het veel nattere 2013 was er sprake van enig herstel al bleven grote delen van de Veermansplaat en de Stampersplaat ook nu maar schaars bezet. Voor een deel is dat een structurele ontwikkeling die samenhangt met de vegetatiesuccessie. In het laaggelegen noordelijk deel van de Veermansplaat verloopt de successie echter spectaculair! Hier vindt over grote delen een langzame ontzilting plaats en maken zilte vegetaties heel geleidelijk plaats voor vegetaties die gebonden zijn aan voedselarme en door zoet grondwater beïnvloede standplaatsen. Het is juist in die overgangszone waar Groenknolorchis en andere bijzonderheden als Dwergbloem en Armbloemige waterbies het heel goed doen.

Het aantal exemplaren Groenknolorchis in het noordelijk deel van de Veermansplaat is de afgelopen jaren gestegen van 11.000 in 2012 tot ruim 37.000 in 2013. Het totaal voor de Veermansplaat komt hiermee op ruim 40.000 exemplaren waarmee het, voor zover bekend, nu de grootste populatie van Nederland en misschien wel van Europa is! Vanwege het natte voorjaar was de zaadzetting dit jaar over het algemeen ook goed.
Het wordt spannend of die andere topper van de Grevelingen, de Herfstschroeforchis (9.000 exemplaren in 2012) het straks, tijdens de bloei in augustus tot oktober, ook zo goed gaat doen.

Tekst en foto: Kees de Kraker, Ecologisch adviesbureau Sandvicensis, onderzoek flora en fauna Grevelingen in opdracht van Staatsbosbeheer

 

29 juli 2013

Bruin zandoogjes en orchideeën in tijdelijke natuur


Bron:
Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting

Op bedrijventerreinen, maar ook in stedelijk gebied liggen grote stukken land braak. Ze zijn bestemd voor woningbouw of nieuwe bedrijven, maar zeker door de huidige crisis zullen ze jarenlang niet bebouwd worden. Kansen voor de natuur!

En dat is precies waar veel eigenaren doodsbang voor zijn: kansen voor de natuur.

Stel je voor dat er allerlei beschermde soorten op je terrein gaan zitten. Als je dan eindelijk denkt te kunnen gaan bouwen moet je allerlei procedures door en bestaat zelfs de mogelijkheid dat die beschermde soorten de hele bouw tegenhouden. Om dit te voorkomen worden sommige braakliggende stukken wekelijks gemaaid. Dan ontstaat er gazon en daar zullen zich echt geen beschermde soorten op vestigen. Doodzonde voor de natuur. Door dergelijk beheer krijg je steriele percelen en heeft de natuur geen schijn van kans.


Rietorchissen op tijdelijke natuur in Delfzijl (foto: Kars Veling)

Het gaat hierbij om vele duizenden hectares en gelukkig is er nu een oplossing waar zowel de eigenaren als de natuur van profiteren. Als terreinen worden aangewezen als ‘Tijdelijke natuur’ kan een ontheffing worden aangevraagd van de Flora- en Faunawet. Die ontheffing houdt in dat de natuur op die terreinen vrij spel krijgt, maar het betekent ook dat als er gebouwd gaat worden die natuurwaarden geen problemen opleveren.

De Vlinderstichting is een van de partners in de Green Deal ‘Tijdelijke Natuur’ en we zijn onder andere bezig om de natuurwaarden in kaart te brengen van nu al bestaande tijdelijke natuur. Vorig jaar hebben we in de Amsterdamse haven gekeken, en dit jaar zijn we actief in de Eemshaven bij Delfzijl, beheerd door Groningen Seaports. Vorige week is de tijdelijke natuur daar bezocht en is er gekeken naar de natuurwaarden. Vooral de vlinders werden uitgebreid in kaart gebracht.


Bruin zandoogje zat verspreid in de tijdelijke natuur in Delfzijl (foto: Kars Veling)

Overal verspreid op de onderzochte percelen vlogen bruin zandoogjes, maar ook zwartsprietdikkopjes en kleine vossen waren regelmatig aanwezig. Ook waren er gedeelten waar tientallen tot honderden orchideeën bloeiden. Het ging voornamelijk om rietorchis, maar ook de moeraswespenorchis was aanwezig. Overal zongen veldleeuweriken en de blauwe kiekendief joeg boven deze tijdelijke natuur. Hopelijk gaan veel meer eigenaren aan de slag om braakliggende stukken om te vormen naar tijdelijke natuur. Dat scheelt een boel beheerwerk en bovendien profiteert de natuur ervan. En als er gebouwd moet worden, zal dat geen problemen opleveren.

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting

 

8 juni 2013

Nieuwe orchideeënsoort voor Buurserzand


Bron: Natuurmonumenten

In het Buurserzand hebben vrijwilligers een nieuwe soort orchidee aangetroffen: de grote keverorchis (Neottia ovata). Deze ontdekking vormt een mooie toevoeging aan de lijst orchideeën die al in dit unieke natuurgebied voorkwamen.

Afhankelijk van schimmels
In Nederland komen bijna veertig soorten orchideeën voor. Hiervan zijn de meeste soorten bedreigd, omdat het zeer kwetsbare planten zijn. Ecoloog van Natuurmonumenten Bart de Haan: “Orchideeën zijn afhankelijk van het voorkomen van bepaalde schimmels in de bodem, waarop ze parasiteren. Deze bijzondere samenlevingsvorm wordt snel verstoord, waardoor je deze planten alleen op hele specifieke plekken tegenkomt.”

Orchideeën in Buurserzand
Een van die plekken is het Buurserzand. “Dit is een van de meest soortenrijke natuurgebieden in Nederland. Naast zeldzame plantensoorten als de parnassia, kwamen hier al verschillende soorten orchideeën voor: de gevlekte orchis, moeraswespenorchis, brede wespenorchis, rietorchis en de brede orchis,” aldus De Haan. En nu dus ook de grote keverorchis, met dank aan de vondst van vrijwilligers Betsie Konniger en Hermien Lankheet.

 

 

 

April 24th 2013

Earliest flowering orchid 2012: Small beetle orchid on April 14
Source:
Post published by Working Group European Orchids

The first flowering orchid last year was on April 14, found on Vlieland. It was a small beetle orchid, a species such early flowering was not previously observed. Who sees this year's first blooming orchid?


(Picture by: Mark Meijrink)

Early Bloomers
Of all orchids found in the Netherlands, there are two early-flowering species. Harlequin (Anacamptis morio) and Wide Orchid (Dactylorhiza majalis subsp. Majalis). The latter was once even called May orchis. This name is rightly changed in Broad orchid because it often blooms end of April. Harlequin is also an early flowering strain. Especially in the South (Zeeland and Zuid-Limburg), the kind found in previous years, flowering from the second week of April.

Small beetle orchid
Last year was the first recorded flowering orchid was on April 14. However, it was not one of the above types, but a small beetle orchid (Neottia cordata). Also, the perception is not done in the deep south, but on the island of Vlieland. There were on April 14, several plants in bloom. Given the state of the plants were in, they flourished for some time. This was remarkable in the current literature is that the species only blooms in mid-May.

Who has this year first?
The first went last year to Vlieland. Who sees this year's first blooming orchid? And what kind will it be? Enough reasons for the coming weeks for good look at early flowering orchids. Seen an orchid? Give your perception by  www.waarneming.nl or www.telmee.nl

 

December 12th 2012

Press release. New website Orchid Society Rotterdam

 

Today a press relaese appeard in the society magazine of the NOV.

As of now, our website is official launched.

 

November 14th 2012

Website Orchid society Rotterdam held hostage


Due to unforeseen circumstances, the Rotterdam orchid society had no website for almost 3 months. The website name was canceled and it was, as they say, put in quarantine. During this quarantine period, there was nobody who could do anything with the site name.
November 14, 2012 the quarantine period ended. The webmaster of the Rotterdam orchid society tried to become the owner of the website name again. However, he was thwarted by the very rogue German company sedo.de. This company has the sole purpose of earning money through registering website names and sells them back for a lot of money to mostly the original owners. For this purpose, they have a lot of computers running who on the day that a website name falls out of quarantine tries every 2 seconds to register the website name.

Because going to court can last very long and will be very expensive, the webmaster made ​​an offer of € 75. -. Sedo.de wanted a lot more money and demanded no less than € 1421,-.



A little search on the Internet shows that the malpractices apparently are quite profitable. Sedo.de currently owns 8472 website names.


Obviously the Rotterdam orchid society didn’t want to cooperate with this kind of scam.

The website of Orchids society Rotterdam is from now on available on www.orchideerotterdam.nl

 

Sedo.de Whois Record

Reverse Whois:
"InterNetWire Hostmaster" owns about 8,472 other domains
Email Search:
is associated with about 9,334 domains
Whois History:
520 records have been archived since 2005-12-20
Reverse IP:
13 other sites hosted on this server.

Domain: sedo.de
Nserver: ns2.sedorz.net
Nserver: ns3.sedorz.net
Nserver: ns4.sedorz.net
Status: connect
Changed: 2012-06-29T14:56:43+02:00

[Tech-C]
Type: ROLE
Name: InterNetWire Hostmaster
Address: InterNetWire Communications GmbH
Address: Wilhelm-Wagenfeld-Str. 20
PostalCode: 80807
City: Muenchen
CountryCode: DE
Phone: +49 89 550610
Fax: +49 89 55061199
Email: service@internetwire.de
Changed: 2006-02-22T15:23:29+01:00

[Zone-C]
Type: ROLE
Name: InterNetWire Hostmaster
Address: InterNetWire Communications GmbH
Address: Wilhelm-Wagenfeld-Str. 20
PostalCode: 80807
City: Muenchen
CountryCode: DE
Phone: +49 89 550610
Fax: +49 89 55061199
Email: service@internetwire.de
Changed: 2006-02-22T15:23:29+01:00

 

 

Septeber 6th, 2012

Source: de Stentor

Leontine Borsato get's her own Orchid

 

 

 

AMSTERDAM - Leontine Borsato has her own Flower. The presenter / actress revealed the “Leontine Orchid” herself. She did this in Amsterdam on the first “Day of the Orchid”, an initiative of a group flowerpot Orchid growers.

"I have always been fond of orchids and they are often in our house," said Leontine. "I think it is very nice that this orchid bears my name." The wife of singer Marco Borsato chose a white orchid, which only six months ago was discovered in Hawaii.

Ultimately, the flower will soon be available at garden centers and florists, but, according to a spokesperson it will take some time before it is widely available.

Her husband Marco Borsato thinks it is only fair that Léontine receives this honor. "Besides every strong man stands a strong woman and for me, that strong woman is Leontine."

 

 

August 2nd 2012

50 Marsh Helleborine in Vlietlanden

Source:

Ranger Guus Oostwaard found a new growth area of about 50 Marsh Helleborine in Vlietlanden. That is a very nice find, because these flowers are very rare in the Netherlands.

(Picture: Paul Busselen)

The beautiful orchid gets its name from the many visits of wasps. The flower attracts wasps by issuing attractants. When the wasp tries to mate with the flower it receives the pollen on his body. When visiting the next flower, it gives it off again. Thus, this species is pollinated. Also hoverflies, beetles and ants regularly visits the flower.

The orchid rarely grown outside dunes areas. Ranger Guus Oostwaard: "In recent years we experimented with the nature management at the Vlietlanden. We are searching for the best way to maximize special plants recovery. It takes a lot of patience and it is pretty amazing to have such an area again a see new growth of this special orchids! "

 

 

 

July 27th 2012

Bron: marketing tribune

New orchid species searches for name at Facebook

A new orchid species is discovered. Someone from Taiwan has found a tropical plant on sunny Hawaii. This new orchid will gradually be introduced by Dutch Orchids Growers and earned just like her sister, the Phalaenopsis Orchid, an appropriate international name. Art of Life, consisting of 40 Dutch growers of flowerpot orchids, placed a call at Facebook for flower and plant lovers to come up with a name for this new orchid species.

The uniqueness of this new species, according to the growers, is its huge lip folded outwards from the heart of the flower.

Until 12 August 2012, anyone can leave a suggestion for a name on the bulletin board, preferably with a short motivation. Then a jury, consisting of 8 orchid lovers and specialists bend themselves over the entries and select a winner. The winning name will be conducted internationally.

 

 

July 11th 2012

Bron: RTV Drente

Rare flowers at Prince Bernhardhoeve accidentally mowed

ZUIDLAREN - To the chagrin of nature lovers a part of the rare orchids in the parking lot at the Prince Bernhardhoeve Zuidlaren has disappeared. A number of these protected flowers are accidentally cut.

According to the workgroup Flora Mapping Drenthe, this so-called Marsh Helleborine is very rare in Drenthe. Operator John Franke of the PB Hoeve regrets the mowing of the flowers. He is in agreement with the IVN to see how the plant can be spared as much as possible, but Franke indicates that he is running a company and therefore he can’t always take account of the orchids.

 

 

May 24th 2012

World first: tweetjam with orchids

Bron: Floriade

 

On Thursday, May 31, the first "tweetjam 'to pot orchids is held. This happens in the theater of Villa Flora at Floriade 2012 in Venlo. The Dutch arrangers Tim Leipsig and Ruud Hazel along with three international colleagues go to improvise and make arrangements with orchids. Through Twitter and Facebook they inspire people around the world for this local event with orchids.

The event will take place between 13.00 and 15.00 and can be followed directly over the world through live stream at the website www.orchidsinfo.eu.

Tweetjammen is a new phenomenon. Specialists and creatives - that includes musicians, but also chefs and in this case arrangers - give a demonstration of their skills and share it with each other and with stakeholders through social media.

The experiment on 31 May is an initiative of "Art of Life". Under that name, more than 40 Dutch growers of flowerpot orchids joined forces in a collective campaign for the orchid.

Arranger Tim Leipsig is already more than 25 years on stages all over the world, but for him this is something special. In his column on www.orchidsinfo.eu he let us know that he looks forward to "jam" with his colleagues.

 

April 17th 2012

Last Dutch Brown Red Helleborine destroyed

Source:
Message from "Werkgroep Europese Orchideeën"

Recently it was found that the only known population of Brown Red helleborine in the Netherlands was destroyed by earthmoving. The destruction was of such a nature that the species is regarded as lost forever and thus on the verge of extinction.

(picture: Mark Meijrink)

Last year there was talk of good news. Brown Red helleborine (Epipactis atrorubens), a rare orchid species restricted to South Limburg, was for a long time not seen. They weren’t seen since 2004, but last year in a quarry 24 species where found.

Last month it became clear that the place where the plants grew, earthmoving occurred. Based on the nature of the work and the impact it is very unlikely that the plants have survived the operation. The population Brown Red helleborine is therefore now on the brink of extinction.

Meanwhile, the European Working Group Orchids (WEO) placed an indictment at the Dutch Food and Consumer Product Authority against the organization responsible for the destruction.

Text: Mark & Mark Meijrink English, Workgroup European Orchids (WEO) of the KNNV.

 

 

April 6th 2012

Leidse Orchids to Orchilim

Source: tropicalgreenhouseleiden

Starting today, from April 6 to 9 April 2012, the international orchid exhibition Orchilim 2012 in Belgian Limburg is held.
Greenhouse specialist of Hortus Leiden, Rogier van Vugt left on Thursday end your day with a good selection labeled special orchids for Limburg.


Picture: Rogier van Vugt.

One of the plants from the Leiden tropical greenhouses that will be presented at the show is the night blooming orchid, of which only one copy in the world outside their original location is known. The Leiden orchids are for safekeeping put in a closed full-glass showcase.

 

 

April 6, 7, 8 and 9thl 2012

International Orchidhow Limburg

Source: http://www.orchilim.be

After the enormous success of ORCHILIM 2006 and Orchilim 2009, the Regio Limburg from the Orchideeën Vereniging Vlaanderen vzw, in collaboration with national and international clubs and expositioners, will organize a spectacular orchid exhibition in the Landcommandery Alden Biesen during the Easter weekend of 2012.

This exposition will show lots of tropical jewels from the Asian rainforests, the cloud forests in South America and the tropical jungles in Africa, but also many large-flowered and multicoloured species and hybrids.
National and international expositioners will sell rare species as well as the newest hybrids.

Due to its impressive and historical decor, it's exceptional infrastructure and its central location in the Euregion the Landcommanderij Alden Biesen forms the best possible location for this exhibition.

ORCHILIM 2012 will be a great event for both orchid hobbyists and the larger public. Orchid and flower-lovers don't forget to schedule this fantastic manifestation in your agenda!

Alden Biesen is an impressive castle complex, beautifully restored.
Nearly all the domain outside, including the church and the English park, is free to visit.
A part of the moated castle and the French garden can be visited when an entrance fee is paid.

Address:

Kasteelstraat 6
3740 Rijkhoven
België

 

March 3 2012

De Hoog orchids starts selling to the private sector

Source: www.orchideerotterdam.nl

Recently orchidgrower De Hoog constructed a highly advanced greenhouse. This brings there total greenhouse surface area to 35.000 square meter.
As of today they started selling to the private sector. There shop is opened every saterday from 10.00 - 12.00h.

De Hoog is a family business that has been growing flowers suchs as chrysanthemums, roses, freesias, strelizias and cymbidium since 1928.
In 1990 De Hoog started growing Dendrobium Nobilé and these day is a highly advanced greenhouse farming buisines with more than 30 year experience in growing various orchid varieties.

The crown on there work is the construction of there brand new greenhouse at the Overgauwseweg in Pijnacker. They dispose of all the latest technologies in terms of lighting and cooling and are using a new container system. Of course everyting is very responible and environmentally friendly.
But despite all the technology, the human hand can't be missed for as example the composition of the substrate.

Trough there knowledge of growing Dendrobium Nobilé they are enable to produce flowering Dendrobium Noblilé throughout the year.


 

 

November 21th 2011

Sir Elton John honored with namesake Orchid at Marina Bay Sands Singapore

Source: www.luxurylaunches.com

After his sell-out concert in Singapore, Sir Elton John made an appearance at the Marina Bay Sands for the 20th World Orchid Show, where the music icon was bestowed a lovely, white-and-pink orchid named in his honor.
The new specimen christened Doritaenopsis Sir Elton John, is a phalaenopsis hybrid belonging to the Harlequin group.
The orchid bears precisely nine flowers on each inflorescence; each individual flower boasts a striking starburst magenta pattern and large, golden forked lipped petals.

 

A standing tradition of the Singapore National Park, Sir Elton John joins a list of acclaimed celebrities including Jackie Chan, Nelson Mandela, Kofi Annan, US First Lady Laura Bush, Queen Elizabeth and the late Princess Diana, all of who have had tropical blooms in their name. An avid lover of garden, Sir Elton John also has a lupine and a rose named after him. The singer who was at the naming ceremony with partner David Furnish and son, Zachary is eager to have his orchid flown home to England.

Organized by the National Parks Board and Orchid Society of Southeast Asia, the 20th World Orchid Conference is a triennial international horticultural highlight, where some of the world’s most spectacular orchids compete to win top accolades at the show.


Picture above by © 2011 CP Cheah. All rights reserved.

 

 

September 25th 2011

An originally North American orchid surfaced in Twente

Source:


In Twente is an originally North American Orchid emerged: the fragrant Lady's-tresses. Florist Jo Schunselaar found some two rosettes and flowering plants in an ecological corridor between two nature reserves. Visits of some specialists has resulted that it really is the Lady's-tresses. Furthermore, when they visited they found another two flowering plants.

 


(Pictures: Hans Dekker, editing Anton Hogeveen)

Netherlands has traditionally two native Lady's-tresses: the Autumn Lady's-tresses (Spiranthes spiralis) and the Summer Lady's-tresses (Spiranthes aestivalis). Unfortunately, the last one haven’t been seen for years. The Autumn Lady's-tresses can still be found in our country, but is now extremely rare and limited to a few places in South Limburg and Zeeland and the South Holland islands. The Lady's-tresses (Spiranthes cernua var. Odorata) is the third Lady's-tresses species in our country. In North America, where the species occurs naturally, it is called the Lady's Tresses or Sweetcenting Lady's Tresses. In Dutch, for example, it can be called fragrant ScrewOrchid or MarshScrewOrchid.

Read more....

 

 

21 juli 2011

Bruinrode wespenorchis toch nog in Nederland

Bron:

Bericht uitgegeven door de Werkgroep Europese Orchideeën.

Enkele weken geleden werden in Zuid-Limburg enkele exemplaren van de Bruinrode wespenorchis aangetroffen. Er was al een paar jaar geen melding meer gedaan van deze soort. Bruinrode wespenorchis.


(foto: Mark Meijrink)

Bruinrode wespenorchis (Epipactis atrorubens) werd vroeger aangetroffen op enkele kalkgraslanden in Zuid-Limburg, waaronder de Spoorweginsnijding bij Eys. Van deze vermoedelijk laatste wilde vindplaats verdween de soort begin jaren negentig. Sindsdien werden er nauwelijks nog meldingen gedaan van deze zeldzame orchidee. De laatste melding stamt uit 2004.

Recente waarnemingen hebben betrekking op aangeplante exemplaren die groeien in de heemtuin Tenellaplas bij Oostvoorne.

Bijzonder verheugend was het nieuws dat er dit voorjaar bloeiende planten werden gevonden op waarschijnlijk dezelfde locaties als in 2004. Bij een bezoek aan de vindplaats werden in totaal 24 exemplaren aangetroffen, waarvan acht bloeiend.

Bruinrode wespenorchis is te herkennen aan de viltig behaarde stengel en vruchtbeginsel. De gehele bloem is donkerrood tot paars van kleur. Op de lip bevinden zich voor de soort kenmerkende vergroeide wratjes of bultjes. De bladeren beperken zich tot het onderste deel van de stengel en zijn over het algemeen gevouwen langs de middenas, nagenoeg tegenoverstaand en vaak paarsrood aangelopen. De bloemen vormen een losbloemige bloeiwijze die veelal naar één zijde is gericht.

In de aangrenzende delen van België en Duitsland (Ardennen en Eifel) komt Bruinrode wespenorchis voor in kalkgraslanden en zoomvegetaties.

Voor wie Bruinrode wespenorchis wil bestuderen en/of fotograferen wordt aangeraden om de heemtuin Tenellaplas bij Oostvoorne te bezoeken in de maand juni.

Tekst: Mark Meijrink & Mark Engels: Werkgroep Europese Orchideeën, Peter Voorn & André Aptroot: Natuurmonumenten Foto: Mark Meijrink

 

 

20 juni 2011

Groenknolorchis: zeldzaamheid in veelvoud

Bron: Floron

Juni is toptijd op plantengebied. Veel planten staan uitbundig in bloei. Het droge voorjaar doet daar in 2011 misschien wat aan af. Droge zonnige kalkhellingen hebben hun frisheid al vroeg verloren dit jaar. Maar andere soorten, zoals de zeldzame Groenknolorchis, lijken desondanks een prima jaar te beleven, zo blijkt uit berichten van Voorne en Texel.

Groenknolorchis is een kleine orchidee met onopvallende, groengele bloemen. Het leefgebied van deze soort beperkt zich tot twee typen gebieden: laagveengebied en primaire duinvalleien in ontwikkeling. Allebei voedselarme systemen; Groenknolorchis is een fijnproever. Vanwege haar internationale zeldzaamheid wordt ze vermeld op de Habitatrichtlijn, die plant-en diersoorten en hun leefgebieden in Europa moet beschermen. Dit orchideetje behoort daardoor tot onze best beschermde plantensoorten.

Groenknolorchis in jonge duinvallei (foto: FLORON)

Hoewel de belangrijkste kerngebieden van Groenknolorchis in Nederland voorkomen is het ook hier een zeldzaamheid. Dat zit hem – zoals bij veel zeldzaamheden – vooral in het geringe aantal gebieden waarin de soort voorkomt. Voor Groenknolorchis gaat het dan ondermeer om Noordwest-Overijssel, het Deltagebied en de Wadden. Wáar de soort voorkomt kan het aantal exemplaren echter flink oplopen. Exacte gegevens daarover zijn lang niet altijd bekend, maar worden in het verspreidingsonderzoek van FLORON bijeen gebracht.


Onderzoek in dat kader door vrijwillige plantenonderzoekers leverde vorige week indrukwekkende cijfers op. Op een bekende groeipaats op Texel zijn naar schatting wel 18.000 exemplaren aangetroffen, met plekken waar tientallen exemplaren per vierkante meter staan. Ook van Voorne komen berichten dat de populatie er goed bijstaat. Jaarlijkse tellingen ontbreken, zodat niet meteen te zeggen valt of de – ook in Europees opzicht - indrukwekkende hoeveelheden, die van voorgaande jaren overtreffen. Wel is duidelijk, dat de droogte vooralsnog op deze zeldzame soort geen indruk maakt.

Tekst: Wout van de Slikke, FLORON

 

 

May 27th 2011

Extremely rare Lizard Orchid found in Kumtich

Source: vilt.be

In Kumtich, part of Tienen The Netherlands, they found an extremely rare Lizard Orchid (Himantoglossum hircinum). This is an impressive orchid who usually only grows on limestone hills in the south of the country and in calcareous dunes. In the Flemish interior, the flower so far has only been found in a nature area in Hoegaarden, but never before at a roadside.


(picture: Sandy Wildlife, editing Anton Hogeveen)

According to Marc Soens (SP.A) the finding is a nice reward for the sustainable roadside management that municipal services since 25 years applied. "It is only mowed after June 15 and the clippings are always neatly removed. The effect of this is that there are fewer nutrients in the soil and flowers and herbs are more likely to grow. The result is that many roadsides are beautiful and flowery Soens said.

Tienen wants to continue taking care of the roadsides together with the Regional Landscape and Nature management South Hageland.

 

 

March 18 2011

Rare Bee Orchid found in Lauwersmeer area

Source Staatsbosbeheer

LAUWERSOOG - Staatsbosbeheer has found in the National park "Lauwersmeer" a (for this area) new Orchid species.

Employees found a so called Bee Orchid. This rare species hasn't been seen before in National park Lauwersmeer. The Orchid carries its name because of the lower lip of the Orchid that looks like a Bee.

The Bee Orchid can reach a hight between the 20 and 50 centimeter. In the National park Lauwersmeer there can be found 10 differant species of Orchids.

 

 

May 25, 2011

Rare orchid found in Limburg

Bron: happynews.nl

A rare orchid species found in South Limburg hellingbos The Netherlands. That is, according to the research of European Orchids, Wageningen UR (University & Research Centre) and Flora Foundation FLORON as said by Natuurbericht.nl on there website.

Students found two specimens of the bird's nest orchid. At the same location the orchid was last seen in 1982. They found the plants after an unknown walker showed the location. They then placed the sighting on the mobile website waarneming.nl, but did not realized yet how special this finding was. It is a myco-heterotroph. It obtains its nutrients from a mycorrhizal fungus that is attached to a photosynthetic host plant..



Despite the fact that it is assumed that Bird’s nest orchid is not directly tied to light or open deciduous forests it is remarkable that a few years after forest management the rare species  reappears. The sector where the species is found is regularly visited by the Distribution Research FLORON, where over 300 species of plants gets extra attention. According to the data from this study, the species was last found here in 1982, while in 2004 a 'baseline' was done. This means that the species was not found within the sector. All the more gratifying that the species has turned up again, and again it has become clear that forest management is a successful measure for the conservation of rare plants.

In South Limburg The species is only found in the Eiken-Haagbeukenbos” and especially in  rich areas in shallow limestone soils.

 

September 4th 2011

Rijkswaterstaat moves rare flower

Source: TV-west

Den Hoorn - Department of Public Works will begin late this week with moving a rare flower that grows on the sand body of the 2012 construction of the extended A4 Delft - Schiedam begins.

It's the Southern Marsh Orchid (Dactylorhiza praetermissa), a protected orchid species. There are some 600 plants growing there. Moving is done by extracting the plant with a huge lumb of ground around its roots. When extracted this way all the fungi around its root is moved with the plant itself so the plant can survive in its new location.

The plants are moved to a field that lies in the bend of the exit of the A4 to Den Hoorn in the municipality of Midden Delfland.

 

 

June 28th 2010

Repotting the Tiger Orchid

Source: Orchids wiki

Repotting a normal sized plant is a hassle in its own right. But what if that plant weighs nearly 300 pounds and hangs over a three-foot deep pool? This past June, BBG Aquatic House curator David Horak decided that the tiger orchid (Grammatophyllum speciosum) needed a new basket. The suspended wooden basket had begun to deteriorate and Horak worried that the plant might drop into the pool below. Watch the video that details the unwieldy repotting process that turned out to be a great success:



BBG's Grammatophyllum speciosum has only blossomed twice since coming to the Garden; blooming requires a tremendous amount of light and heat that isn't always easy to replicate given Brooklyn's winters, even in a glasshouse. The short day length and lower light intensity of this latitude makes blooming an uncommon event here; the last time it flowered was in 2008.

 

 

May 26th 2010

The Swedish Ambassador to the Netherlands, Hans Magnusson, will have its own orchid

Source agd.nl and Universiteit Leiden

It is a flower that three experts from the Dutch Centre for Biodiversity in the jungles of Papua New Guinea have discovered. Starting on Friday the plant officially will be called Bulbophyllum magnussonianum.

Magnusson will have its own orchid, because he has done tremendous good work according to botanists for the 2007 celebration in the Netherlands that the Swedish scientist Linnaeus was born three hundred years ago. Linnaeus studied in Harderwijk in the Netherlands and has a significant role in the natural sciences. The Swedish Embassy hosted and supported numerous events throughout the Netherlands. As the ambassador departs in September, the botanists wants to honor him.

The Bulbophyllum magnussonianum flowers in the orchid greenhouse of the Hortus Botanicus in Leiden with white flowers.

 

 

May 7th 2010

Police on petal patrol to protect UK's rarest wild flower

Source: dailymail.co.uk

This message is known to be an urban legend, but it is fun enough to put on our website

She is a rare exotic beauty more heavily guarded than the Queen.
Britain's last remaining lady's slipper orchid, which is due to flower in a few weeks, has been given 24-hour police protection from thieves.
Local bobbies have been ordered to mount hourly patrols around the valuable plant, which has been growing at a protected site on a golf course for at least 100 years.
It is also being security tagged to prevent anyone snipping a cutting, which can fetch up to £5,000.

Plant patrol: PC Tony Marsh keeps a close eye on the lady's slipper orchid
And police are considering spending thousands of pounds on CCTV cameras to keep a constant watch on the site in the north of England.

Although experts have tried to re-introduce the purple and yellow bloom in other areas, none have flowered.
PC Tony Marsh, community beat manager, said: 'The lady's slipper is an incredibly important plant, having survived for over a hundred years when all other plants were thought extinct.
'People travel from all ends of the country on what is almost a pilgrimage to view the plant in bloom and are often overcome with emotion at the sight.'

Read more.....